7. Neem een stapel papier en waaier deze los. Stoot vervolgens
de stapel papier op een vlak oppervlak om de randen gelijk
te maken.
c
8. Plaats maximaal 50 vellen langs de linkerzijgeleider.
9. Schuif de rechterzijgeleider tegen de kant van de stapel. Plaats
de papiergeleider niet te dicht tegen de stapel zodat de
papierdoorvoer vlot verloopt.
10. Duw de papierhouderhendels naar achter om het papier
tegen de geleiderrollen te drukken.
11. Verwijder de papiersteunen van de zijgeleiders en stop ze in
de gaten achteraan de papierspanner. Stop de twee
papierstapelaars die met de invoereenheid zijn meegeleverd
in de gaten van de zijgeleiders.
12. Bevestig de papiergeleider als volgt op de invoereenheid:
bovenaanzicht
vergrendelingslipje
2-36
Bediening van de printer
Let op:
Laad geen enveloppen, doorslagformulieren, carbonpapier, of
etiketten in deze invoereenheid.
vergrendelingslipje