Het bedieningspaneel gebruiken
Met de knoppen op het bedieningspaneel kunt u eenvoudige
printerbewerkingen controleren—zoals regeldoorvoer,
paginadoorvoer, het laden en uitvoeren van papier en het
selecteren van lettertypen. De lampjes op het bedieningspaneel
tonen de printerstatus. Voor informatie over de knoppen en de
lampjes op het bedieningspaneel, zie "Knoppen en lampjes op het
bedieningspaneel" op de eerste pagina van deze handleiding.
Selecteer een ingebouwd lettertype
Volg deze stappen om een ingebouwd lettertype te selecteren
door middel van de knoppen op het bedieningspaneel:
1. Zorg ervoor dat de printkop voldoende is afgekoeld. Als de
printkop afgekoeld is, wacht u tot de afdruktaak beëindigd is.
2. Houd de knop Pause gedurende drie seconden ingedrukt om
de precisieverplaatsingsmodus op te roepen. Het
Pause-lampje begint te knipperen. De drie Tear Off
(Font)-lampjes tonen de actuele lettertypeselectie.
3. Druk herhaaldelijk op de Tear Off (Font)-knop om de
verschillende beschikbare selecties te doorlopen; stop als u
het gewenste lettertype bereikt hebt. Uw selectie blijft geldig
tot u ze weer verandert.
Opmerking:
Instellingen in uw toepassingen hebben meestal voorrang op de
instellingen die vanop het bedieningspaneel doorgevoerd
werden. Voor de beste resultaten gebruikt u uw toepassing om
een lettertype en een tekenbreedte te selecteren.
2-2
Bediening van de printer