Het papier is mogelijk van de tractor losgekomen. Bevestig het papier
opnieuw aan de tractor.
Het papier wordt niet juist ingevoerd of het loopt vast.
De positie van de papiervoorraad laat mogelijk niet toe dat het papier
recht wordt ingevoerd. Zorg dat de papiervoorraad niet wordt
gehinderd.
Zorg dat de papiervoorraad zich op ten minste 1 meter afstand van de
printer bevindt.
Zorg dat de printerkap is gesloten.
Zorg dat de positie van de zijgeleiders juist is. Plaats de zijgeleiders op
de diamantvormige merktekens.
Controleer of de gaatjes aan de zijkanten van het papier tegenover
elkaar zijn uitgelijnd. Controleer ook of de wieltjeseenheden zijn
vergrendeld en of de klepjes zijn gesloten.
Zorg dat het formaat en de dikte van het papier binnen de toegelaten
limiet liggen. Raadpleeg de papierspecificaties in
"Printerspecificaties" op pagina A-4.
Wanneer u gekrimpte doorslagformulieren gebruikt, kunnen de
doorslagen mogelijk niet worden uitgelijnd met het origineel. Indien
dit het geval is, brengt u de papiergeleider naar boven om de
afdrukpositie nauwkeurig te houden.
Het papier wordt niet juist uitgevoerd.
Het papier is mogelijk te lang. Scheur de voorraad papier af en voer de
pagina uit. Gebruik alleen papier dat voldoet aan de specificaties die
zijn beschreven in "Printerspecificaties" op pagina A-4.
4-10
Probleemoplossing