4. Maak de wieltjeseenheden los door de vergrendelingen naar
voren te trekken.
5. Voer het papier langs de onder- of achterinvoer in (zie
illustratie) en trek het omhoog. Plaats het papier volgens de
schaalverdeling op de printer. De printer drukt af langs de
rechterzijde van de positie die met 0 is aangeduid.
2-20
Bediening van de printer