Opbouw en functie
Aanwijzingen voor het leggen van lasstroomleidingen
Aanwijzingen voor het leggen van lasstroomleidingen
5.5
Onvakkundig gelegde lasstroomleidingen kunnen storingen (flakkeren) van de vlamboog veroorzaken!
Werkstukleiding en slangpakket zo dicht mogelijk bij elkaar en parallel leggen.
A
Werkstukleiding en slangpakketten van de afzonderlijke lasapparaten plaatselijk gescheiden van elkaar
B
leggen! Afstand minimaal 15 cm.
Lasstroomleidingen, lastoorts- en tussenslangpakketten volledig afrollen. Lussen vermijden!
C
Voor elk lasapparaat een eigen werkstukleiding voor het werkstuk gebruiken!
D
Werkstukklem dichtbij de lasplek aanbrengen.
Kabellengtes in principe niet langer dan nodig is!
E
1
2
Pos.
Symbool Beschrijving
1
2
3
26
A
B
0
Lasapparaten
Draadtoevoerapparaat
Werkstuk
INSTRUCTIE
1
C
2
3
Afbeelding 5-1
1
D
E
2
099-004833-EW505
22.04.2013