Voorgedefinieerde instellingen gebruiken
De voorgedefinieerde instellingen zijn bedoeld om de
afdrukinstellingen te optimaliseren voor bepaalde documenten,
zoals presentaties of afbeeldingen gemaakt met een videocamera
of digitale camera.
Volg de onderstaande instructies om de voorgedefinieerde
instellingen te activeren.
1. Klik op de tab Basic Settings (Basisinstellingen).
2. Selecteer Advanced (Geavanceerd). De voorgedefinieerde
instellingen worden weergegeven in de lijst onder
Automatic (Automatisch).
Opmerking:
Het precieze scherm hangt af van de versie van uw
besturingssysteem.
72
De printersoftware gebruiken met Windows