Voordat u kunt afdrukken in de modus GL/2
U moet wellicht de volgende afdrukopties wijzigen in de
toepassing, afhankelijk van de gewenste uitvoer. Controleer of
deze instellingen overeenkomen met de gegevens die u wilt
afdrukken.
Print Options
(Afdrukopties)
Paper Size
(Papierformaat)
Driver (plotter
selection) (Driver
(plotterselectie))
Pen configuration
(Penconfiguratie)
Plot origin
(Plotoorsprong)
Orientation
(Oriëntatie)
Als u de printerinstellingen moet configureren, gaat u naar de
emulatiemodus GL/2 en wijzigt u de instellingen met de
printerdriver of de menu's van het bedieningspaneel.
Opmerking:
Instellingen of gegevens die in het RAM-geheugen van de printer zijn
opgeslagen (zoals gedownloade lettertypen), worden wellicht verwijderd
wanneer u de emulatiemodus wijzigt.
Modus GL
Hier wordt aangegeven of de printer een rechtstreekse emulatie
van de GL/2-plottertaal gebruikt of de HP LaserJet 4-emulatie
van GL/2.
270
Bedieningspaneel gebruiken
Instellingen
De instelling voor papierformaat van de printer.
HP-GL/2 of HP-GL
Pen thickness (Pendikte)
Center (Midden) of Corner (Hoek)
Bij GLlike (GL-achtig) is alleen liggend mogelijk als
afdrukstand. Bij LJ4GL2 kunt u zowel liggend als
staand gebruiken.