oriëntatie
Hiermee wordt aangegeven in welke richting tekens op een vel worden
afgedrukt. Met de oriëntatie staand wordt in de breedte van de pagina afgedrukt,
met liggend in de lengte.
PCL
®
®
De printerbesturingstaal van de Hewlett-Packard
LaserJet
-printers.
ppm (pagina's per minuut)
Het aantal pagina's dat in een minuut kan worden afgedrukt.
printerdriver
Software waarmee opdrachten naar de printer worden verzonden. Wanneer de
printerdriver bijvoorbeeld gegevens van een tekstverwerkingsprogramma
ontvangt, stuurt deze informatie naar de printer over de manier waarop de
gegevens moeten worden afgedrukt.
printeremulatie
Een reeks besturingsopdrachten waarmee kan worden bepaald hoe gegevens
afkomstig uit de computer worden geïnterpreteerd en verwerkt. In
printeremulaties worden bestaande printers nagebootst, zoals de HP LaserJet 4.
proportioneel lettertype
Een lettertype waarbij de ruimte tussen de tekens afhankelijk is van de breedte
van het teken. De hoofdletter M neemt meer ruimte in beslag dan de kleine letter l.
puntgrootte
De hoogte van een bepaald lettertype gemeten vanaf de bovenkant van het
grootste teken tot aan de onderkant van het laagste teken. Een punt is een
typografische eenheid en komt overeen met 1/72 van een inch.
RAM
Random Access Memory. Het gedeelte van het printergeheugen dat wordt
gebruikt als buffer en als opslagplaats van tekens die door de gebruiker zijn
ingesteld. Alle gegevens in het RAM-geheugen worden gewist als de printer
wordt uitgeschakeld.
raster
Een afbeelding met grijswaarden die uit kleine punten bestaat. Grijze, witte en
zwarte gebieden worden gemaakt door de punten met meer of minder
tussenruimte af te drukken. Krantenfoto's zijn een voorbeeld van
rasterafbeeldingen.
reset
Het geheugen van de printer vrijmaken en de bestaande afdruktaken wissen.
496
Woordenlijst