(VERVOLG)
9) STARTEN MET HULPACCU
❑ Gebruik nooit een accusnellader om de motor te starten,
aangezien dit kan leiden tot beschadiging van de elektronische
systemen en de regeleenheden van de ontsteking en de
brandstoftoevoer.
10) EEN WIEL REPAREREN
❑ Als de band door vreemde voorwerpen lek is gelaakt, kan de
kit gebruikt worden voor beschadigingen in het loopvlak of de
schouder van de band met een diameter van maximaal 4 mm.
Gebruik de reparatiekit niet als de band beschadigd is geraakt
door het rijden met een lege band.
11) EEN WIEL VERVANGEN
❑ Neem zo snel mogelijk contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk om het correcte aanhaalkoppel van de
wielbouten te laten controleren.
❑ Bij het draaien van de kruk, opletten dat de rotatie vrij kan
plaatsvinden, zonder risico's dat deze kan loskomen van de
hand door wrijving tegen de grond. Ook de bewegende delen
van de krik ("wormschroef" en scharnieren) kunnen tot letsel
leiden: vermijd contact ermee. Zich heel goed wassen in geval
van bevuiling met het smeervet.
12) EEN LAMP VERVANGEN
❑ Raak alleen het metalen gedeelte van halogeenlampen aan.
Het aanraken van de bol met de vingers kan de lichtopbrengst
en de levensduur van de lamp reduceren.
Als de bol per ongeluk toch wordt aangeraakt, moet hij worden
schoongewreven met een met alcohol bevochtigd doekje en
vervolgens laten drogen.
13) ZEKERINGEN VERVANGEN
❑ Vervang een doorgebrande zekering nooit door metalen
draden of ander materiaal.
❑ Als de motorruimte moet worden gereinigd, zorg er dan voor
dat de waterstraal niet rechtstreeks op de zekeringenkast
wordt gericht.
88
VEILIGHEID VAN DE AUTO
14) OPHEFFEN VAN DE AUTO
❑ Zorg ervoor dat de hefarmen correct in de getoonde punten
worden geplaatst, om schade aan het koolstofvezelchassis en de
carrosseriedelen te voorkomen.
❑ Om schade aan het koolstofvezelchassis te voorkomen, mag
de auto niet worden opgekrikt met standaard hydraulische
krikken, maar alleen met geschikte verlaagde hydraulische
krikken. Neem contact op met een speciaal Alfa Romeo
Servicepunt.
15) SLEPEN VAN DE AUTO
❑ Het sleepoog kan alleen bevestigd worden aan de voorzijde
van de auto.
16) NIVEAUS CONTROLEREN
❑ Let erop dat de verschillende types vloeistoffen bij het bijvullen
niet verwisseld worden: ze kunnen absoluut niet met elkaar
gecombineerd worden! Bijvullen met een ongeschikte vloeistof
kan leiden tot ernstige schade aan het voertuig.
❑ Het olieniveau mag nooit boven het MAX-teken komen.
❑ Vul geen olie bij met andere kenmerken dan de olie waarmee
de motor is gevuld.
❑ PARAFLU
motorkoelsysteem; gebruik hetzelfde vloeistoftype dan het type
dat al in het koelsysteem zit als er bijgevuld wordt. PARAFLU
mag niet met andere typen anti-vriesvloeistoffen worden
gemengd.
Als er toch bijgevuld is met een ongeschikt product, start dan in
geen enkele omstandigheid de motor en neem contact op met
een speciaal Alfa Romeo Servicepunt.
❑ Vermijd dat remvloeistof, dat uiterst corrosief is, in contact
komt met gelakte zones. Spoel bij contact onmiddellijk af met
water.
UP
anti-vriesvloeistof wordt gebruikt in het
UP
(WORDT VERVOLGD)