(VERVOLG)
13) OPTIONELE ACCESSOIRES
❑ Let op bij het monteren van aanvullende spoilers of niet-
standaard lichtmetalen velgen: daardoor kan de ventilatie van
de remmen namelijk beperkt worden, wat invloed heeft op de
efficiëntie van de remmen bij bruusk, herhaaldelijk remmen of
op lange afdalingen. Let erop dat de slag van de pedalen
nergens door wordt belemmerd (matten, enz.).
14) PARKEERSENSOREN
❑ De aansprakelijkheid voor het parkeren en andere gevaarlijke
manoeuvres ligt altijd en in elk geval bij de bestuurder.
Controleer tijdens deze manoeuvres altijd of er geen mensen
(vooral kinderen) of dieren in het manoeuvregebied aanwezig
zijn. De parkeersensoren dienen als hulp voor de bestuurder,
die echter nooit zijn aandacht mag laten verslappen tijdens
potentieel gevaarlijke manoeuvres, ook al worden ze met lage
snelheden verricht.
15) TPMS
❑ De aanwezigheid van het TMPS-systeem ontslaat de
bestuurder niet van de verplichting om de bandenspanning
regelmatig te controleren, met inbegrip van het reservewiel.
❑ Controleer de bandenspanning bij koude banden. Als de
bandenspanning om welke reden dan ook bij warme banden
moet worden gecontroleerd, dan mag de druk niet worden
verlaagd, ook wanneer de gemeten waarde hoger is dan de
voorgeschreven drukwaarde. Herhaal de controle wanneer de
banden koud zijn.
❑ Als een of meerdere wielen zonder sensoren zijn
gemonteerd, dan is het systeem niet langer beschikbaar.
Hierbij gaat het TMPS-waarschuwingslampje korter dan een
minuut knipperen voordat het continu blijft branden, en wordt
78
PERSOONLIJKE VEILIGHEID
een waarschuwingsbericht op het display weergegeven zolang
de 4 wielen met sensoren niet gemonteerd worden.
❑ Het TPMS-systeem waarschuwt niet bij een plotselinge
afname van de bandenspanning (bijvoorbeeld bij een klapband).
Breng in dergelijke gevallen de auto tot stilstand en voorkom
bruuske stuurbewegingen.
❑ Wanneer standaard banden moeten worden vervangen door
winterbanden
((en omgekeerd), moet het TPMS-systeem hierop worden
afgesteld. Dit mag uitsluitend verricht worden
door een speciaal Alfa Romeo Servicepunt.
❑ Schommelende buitentemperaturen kunnen de
bandenspanning beïnvloeden. Het TPMS-systeem kan tijdelijk
een onvoldoende spanningswaarde aangeven. Controleer in
dergelijke gevallen de bandenspanning bij koude banden en
herstel zo nodig de juiste spanningswaarde.
❑ Wanneer een wiel wordt vervangen, is het raadzaam ook de
rubberen ventielpakking te vervangen: neem contact op met een
speciaal Alfa Romeo Servicepunt.
De montage/demontage van een band en/of velg vereist
specifieke voorzorgsmaatregelen; om schade of een verkeerde
montage van de sensoren te voorkomen, mogen deze
werkzaamheden alleen door gespecialiseerd personeel worden
uitgevoerd.
Neem contact op met een speciaal Alfa Romeo Servicepunt.
❑ Erg sterke radiofrequentie-interferentie kan ertoe leiden dat het
TPMS-systeem niet goed werkt.
De bestuurder wordt hiervan op de hoogte gebracht met een
bericht op het display. Het bericht verdwijnt automatisch zodra
de radiofrequentie-interferentie geen invloed meer heeft op het
systeem.
(WORDT VERVOLGD)