Inhoudsopgave
Advertenties
(VERVOLG)
6) RUITEN REINIGEN
❑ Gebruik de ruitenwisser nooit om opgehoopte sneeuw of ijs
van de voorruit te verwijderen. In dergelijke omstandigheden
wordt bij overbelasting van de ruitenwissers de beveiliging
ingeschakeld, waardoor de ruitenwissers enkele seconden
worden uitgeschakeld. Als de ruitenwisser hierna niet meer
werkt (ook niet nadat de auto opnieuw gestart is met de sleutel),
contact opnemen met een speciaal Alfa Romeo Servicepunt.
❑ Schakel de ruitenwissers niet met van de ruit opgeheven
wisserbladen in.
7) CRUISE-CONTROL
❑ Druk niet op de "N"-toets op het bedieningspaneel van de
versnellingsbak als met ingeschakelde cruise-control wordt
gereden.
❑ Als de cruise-control niet goed werkt of als er een storing is,
draaischakelaar op O zetten en contact opnemen met een
speciaal Alfa Romeo Servicepunt.
8) BEDIENINGSELEMENTEN
❑ Het gebruik van alarmknipperlichten wordt geregeld door de
wegenverkeerswetgeving van het land waar u rijdt: houd u aan
de wettelijke voorschriften.
❑ Als na een botsing een brandstoflucht wordt geroken of
lekkage van het brandstoftoevoersysteem wordt
geconstateerd, dan mag het systeem niet opnieuw
ingeschakeld worden om brand te voorkomen.
9) INTERIEURUITRUSTING
❑ De aansteker wordt erg heet.
Wees voorzichtig en zorg dat hij niet wordt gebruikt door
kinderen: brandgevaar en/of gevaar voor brandwonden.
76
PERSOONLIJKE VEILIGHEID
❑ Gebruik de asbak niet als prullenbak: de inhoud kan door
sigarettenpeuken in brand raken.
10) ELEKTRISCHE RUITBEDIENING
❑ Onjuist gebruik van de elektrische ruitbediening kan gevaarlijk
zijn. Controleer voor en tijdens het bedienen van de ruit altijd of
de passagiers niet kunnen worden verwond door de bewegende
ruit of door voorwerpen die door de ruit worden meegesleept of
geraakt. Verwijder altijd de sleutel uit het contactslot als de auto
wordt verlaten om te voorkomen dat onbedoelde bediening van
de elektrische ruiten gevaar oplevert voor de achtergebleven
passagiers.
11) BAGAGERUIMTE / MOTORKAP
❑ De maximaal toegestane belasting van de bagageruimte, in
aanvulling op de bijgeleverde kits, bedraagt 15 kg. De
beschikbare belasting voor Spider versies, met softtop
opgeborgen in de bagageruimte, bedraagt 8 kg.
❑ Wanneer u iets in de achterste bagageruimte wilt leggen of
eruit halen, let dan op onderdelen die heet zouden kunnen zijn
vanwege de ernaast liggende motorruimte. Gevaar voor ernstige
brandwonden.
❑ Voer deze handelingen uitsluitend uit als de auto stil staat.
❑ De achterklep kan plotseling naar beneden vallen als de
steunstang niet correct geplaatst is.
❑ Om veiligheidsredenen moet de achterklep tijdens het rijden
altijd goed gesloten zijn. Controleer dus altijd of de achterklep
goed gesloten en vergrendeld is. Als u tijdens het rijden merkt dat
de achterklep niet goed vergrendeld is, stop dan onmiddellijk en
sluit hem op de juiste wijze.
12) ESC-SYSTEEM
❑ Het ESC-systeem kan niet de door het wegdek geboden grip
boven de limieten van de natuurkundige wetten laten toenemen.
(WORDT VERVOLGD)
Advertenties
Inhoudsopgave
