Advertenties
Bij het keren
aan
't einde van het veld, beide
door-
laatschuiven sluiten door middel van de schakel-
hendel (Afb.
5/1
).
Veldkanten kunnen éénzijdig gestrooid worden.
Daartoe wordt de veerpen (Afb. 5/3) losgetrokken
en één schakelstang (Afb. 5/2) van de hendel los-
gemaakt
zodat
nog
slechts
1 doorlaatschuif be-
diend wordt.
Afb. 5
Op
de strooischijf staan 6 strooischoepjes (Afb. 6/1 en Il) waarvan er 3 zonder werktuig ver-
stelbaar
zijn
(Afb. 6/1).
Hiervoor het scheepje wat oplichten en het verschuiven tot het in het andere gaatje klikt.
Bij
de
3
andere scheepjes (Afb. 6/11) moeten de bouten eerst losgedraaid worden.
II
.
I
f r ~
l
~
Il
'ó
•
,.
/,
2
,cr-
i
I
J
Schoepjes in stand A
=
normaal
alle 6 scheepjes staan
zoals
afge-
beeld op fig. 6, m.a.w.
ze zijn,
gezien
de draairichting van de schijf, ge-
plaatst in het voorste gaatje.
Schoepjes in stand B
alleen 3 scheepjes met een veer
(Afb. 6/1) worden in het achterste
gaatje gesteld.
Schoepjes in stand C
alle 6 scheepjes worden in het ach-
terste gaatje gesteld (Afb. 6/1 en 6/11)
Afb. 6
De standen van de stroóischoepjes
zijn
verschillend volgens de aard van de kunstmest;
zie
hiervoor op de strooitabel.
Niet vergeten bij het veranderen van kunstmest, de stand van de scheepjes te kontroleren
aan de hand van de strooitabel en
ze
eventueel te verstellen!
Meerdere soorten droge kunstmest met gelijke strooi-eigenschappen kunnen
zonder
mengen
gelijktijdig gestrooid worden. Het vullen van de trechter geschiedt met beide kunstmestsoorten
tegelijk of in lagen. Vooraf wat kunstmest met de hand mengen onderaan in de kuip.
De strooier niet gans leegstrooien om dit voormengen te vermijden.
Advertenties
