Download Print deze pagina

Amazone EK Gebruiksaanwijzing pagina 2

Centrifugaalstrooier

Advertenties

A.
AFLEVERING
Bij aankomst, en alvorens te tekenen voor ontvangst, de machine onmiddellijk kontroleren op
transportbeschadigingen en
p
p ontbrekende delen! Slechts onmiddellijk ingediende rekla-
maties bij
de transporteur
kunnen onderzocht worden.
B.
INGEBRUIKNEM ING
Voor ingebruikneming de verpakking alsook de draden volledig verwijderen en alle smeer-
punten (vooral de kruiskoppelingen) doorsmeren. De los meegeleverde afschermplaat moet
vastgeschroefd worden aan de daartoe voorziene rechtopstaande delen van de rechthoekige
verbindingsstukken van het chassis.
De éénschijvenstrooier EK is een driepuntmachine en is
uit-
gerust met pennen voor hefinrichting kategorie 1. Bij trak-
teren met hefinrichting kategorie 2 moeten 3 overgangs-
bussen (Afb. 1/1) gebruikt worden.
Bij de aanbouw van de strooier aan de fraktor moet de
strooi-
schijf een afstand van
75
cm
van de grond hebben. Het is
belangrijk dat u de strooischijf in deze stelling juist
hori-
zontaal regelt met het derde punt.
Afb.1
Daar bij trakteren de lengte van de hefarmen kan verschillen, moet u bijzonder voorzichtig
zijn wanneer u de strooier voor de eerste maal opheft. Steek de voorste helft van de kardanas
op de aftakas zonder de kardanbuizen in elkaar te schuiven (Afb. 2).
De kardanbuizen naast elkaar houden en kontroleren of de
buizen in elke stand van de machine minstens 60 mm in
elkaar grijpen en of de uiteinden niet tegen de
kruiskoppe-
lingen stoten.
Wanneer de buizen te lang zijn, aan
beide
zijden inkorten.
De hoek, die de kruiskoppelingen in werkstand maken, mag
niet groter zijn dan 25 graden.
C.
AFSTELLING EN STROO IEN
Afb. 2
De afstelling van de strooihoeveelheid geschiedt volgens de strooitabel. Tengevolge van
verschillen in vochtigheid, samenstelling enz. van de kunstmest kunnen afwijkingen optreden.
De twee meegeleverde aanslagpennen dienen voor de instelling van de strooihoeveelheid.
Met de dikke pen (Afb.
3/
1) verkrijgt u de aangegeven waarden in de strooitabel; de dunne
pen (Afb. 3/2) dient voor de tussenwaarden.
Afb.
3
De aanslagpen (Afb. 4/2) wordt in de gaatjes
ge-
stoken die in de strooitabel gevonden werden. De
gaatjes zijn gemerkt met A, B en C (C ligt het
dichtst tegen de trechterwand) en zijn genummerd
van onder naar boven.
Bij het bedienen van de schakelhendel (Afb. 4/1
en
5/
1) worden beide doorlaatschuiven even wijd
geopend tot in de vooraf gekozen stand (Afb. 4/4).
Afb. 4

Advertenties

loading