Schakel naar de vrijstand en
schakel vervolgens naar de
achteruit bij een laag
motortoerental.
Schakel niet plotseling naar de
achteruit bij een hoog
motortoerental.
Bewegende onderdelen kunnen
letsel veroorzaken. Plaats de
motorafdekkap nadat de motor
met de noodstartprocedure
gestart is. Gebruik de
buitenboordmotor niet als de
motorafdekkap niet geplaatst is.
Zorg ervoor dat u weet hoe u de
motor in een noodsituatie snel kunt
uitschakelen. Ken alle
bedieningsmogelijkheden en weet
hoe deze gebruikt moeten worden.
Gebruik geen zwaardere motor dan
door de fabrikant van de boot is
voorgeschreven en controleer de
bevestiging van de
buitenboordmotor.
Laat de buitenboordmotor niet
bedienen door iemand die niet op de
hoogte is van de werking.
Zet de motor onmiddellijk stil als er
iemand overboord valt.
Laat de motor niet draaien als er in
de buurt van de boot iemand in het
water ligt.
Bevestig het koord van de
noodstopschakelaar op de juiste
wijze aan de bestuurder.
Bestudeer, voordat u de
buitenboordmotor gaat gebruiken,
eerst de wetten en regels die
betrekking hebben op het gebruik
van boot en motor.
Breng geen modificaties aan de
motor aan.
VEILIGHEID
Draag altijd een zwemvest als u aan
boord bent.
Gebruik de buitenboordmotor niet
zonder motorafdekkap.
Onbeschermd ronddraaiende delen
kunnen verwondingen veroorzaken.
Laat de beugels, veiligheidslabels,
schilden, afdekplaten en
veiligheidsvoorzieningen zitten;
deze zijn gemonteerd voor uw eigen
veiligheid.
9