Advertenties
5.
Dicht de drie koelwaterinlaten af met
tape.
6.
Verwijder de schroef (zie blz.
7.
Beweeg de schakel- of
bedieningshendel naar stand N
(neutraal).
8.
Draai de waterkraan open.
9.
Start de motor en laat deze draaien
in de neutraalstand voor tenminste
10 minuten om de binnenkant van
de motor te reinigen.
10.
Na het spoelen, stop de motor, en
ontkoppel de brandstofslang van de
buitenboordmotor. Verwijder de
spoelaansluiting en monteer de
spoelplug en propeller (zie blz.
11.
Kantel de buitenboordmotor
omhoog en zet de kantelhevel in de
LOCK positie.
139
).
REINIGEN EN SPOELEN
Zonder koppeling waterslang
139
).
ANTICAVITATIEPLAAT
Als de slangaansluiting niet gebruikt
kan worden, plaats de
buitenboordmotor dan in een geschikte
bak met zoet water.
1.
Kantel de buitenboordmotor omlaag.
2.
Was de buitenzijde van de
buitenboordmotor met schoon, zoet
water.
3.
Verwijder de schroef (zie blz.
4.
Zet de buitenboordmotor in een
geschikte bak met water. Het
waterpeil moet tenminste 100 mm
boven de anticavitatieplaat staan.
139
).
121
Advertenties
