Brandstoffilter
Het brandstoffilter is geplaatst tussen
de brandstofaansluiting en de
brandstofpomp.
Water of vuil in het brandstoffilter kan
leiden tot vermogensverlies en
moeilijk aanslaan. Controleer en
vervang het brandstoffilter regelmatig.
Controle-interval:
Elke 100 uur of 6 maanden
Verversingsinterval:
Elke 2 jaar of 400 uur
Benzine is uiterst brandbaar en
brandstofdamp kan exploderen
waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
Rook niet en voorkom open vuur en
vonken. UIT DE BUURT VAN
KINDEREN HOUDEN.
Werk altijd in een goed
geventileerde ruimte.
Bewaar afgetapte brandstof altijd in
een geschikte jerrycan.
Mors geen brandstof bij het
vervangen van het filter. Gemorste
brandstof en brandstofdampen
kunnen ontbranden. Verwijder
gemorste brandstof alvorens de
motor te starten.
ONDERHOUD
〈
Controle
〉
TREK
KOPPELING BRANDSTOFLEIDING
1.
Neem de koppeling van de
brandstofleiding los van de
buitenboordmotor.
DRUK
133