Werk altijd in een goed
geventileerde ruimte.
Sla uit de brandstoftank afgetapte
brandstof op in een veilige
container.
Probeer bij het reinigen van de tank
en het filter geen brandstof te
morsen. Gemorste brandstof en
brandstofdampen kunnen
ontbranden. Verwijder gemorste
brandstof alvorens de motor te
starten.
〈
Reinigen brandstoftank
1.
Neem de brandstofleiding los van
de brandstoftank.
2.
Maak de tank leeg, giet er een klein
beetje benzine in en schud de tank.
Tap de brandstof af en voer het af
volgens de voorschriften.
〈
Reinigen tankfilter
5 mm-SCHROEVEN
BRANDSTOFTANK AANSLUITING
(Brandstofslang aansluiting)
〉
1.
Verwijder de vier 5 mm schroeven
doormiddel van een platte
schroevendraaier, verwijder dan de
brandstofslangconnector en het
brandstoffilter uit de brandstoftank.
2.
Maak het filter schoon met een
ontbrandbaar oplosmiddel.
Inspecteer het brandstoftankfilter en
de pakkingen van de connector.
Vervang deze bij beschadiging.
3.
Installeer het filter in de
brandstoftank en sluit
brandstofslangconnector aan. Draai
de vier 5 mm schroeven goed vast.
〉
PAKKING AANSLUITING
BRANDSTOFTANK FILTER
ONDERHOUD
137