〈
Motor slaat niet aan
〉
1.
Geen brandstof in de tank.
2.
Brandstofleiding is
platgedrukt of geknikt.
3.
Brandstofleiding is niet
goed aangesloten.
4.
Brandstof is vervuild of
oud.
5.
Accu is ontladen.
6.
Accuaansluiting is los.
7.
Bougiedop is los.
8.
Zekering is doorgebrand.
9.
Motor is op de verkeerde
wijze gestart.
〈
Motortoerental schommelt of motor slaat af
1.
Brandstofniveau is laag.
2.
Brandstofleiding is
platgedrukt of geknikt.
Vul de tank met
brandstof.
Controleer op
verbogen of
afgeknepen
brandstofleiding.
Goed aansluiten.
Vervangen door
nieuwe brandstof.
Accu opladen.
Accuaansluiting
vastzetten.
Bougiedop goed
vastzetten en goed
aanbrengen.
Vervangen door
nieuwe zekering.
Starten volgens juiste
procedure.
〉
Brandstof bijvullen.
Controleer op
verbogen of
afgeknepen
brandstofleiding.
3.
Brandstoffilter is verstopt.
4.
Bougie is vervuild.
5.
Bougie met een verkeerde
warmtegraad.
6.
Elektrodenafstand is niet
goed.
〈
Motortoerental neemt niet toe
1.
Brandstofleiding is
platgedrukt of geknikt.
2.
Brandstoffilter is verstopt.
3.
Motorolieniveau is laag.
4.
Verkeerde schroef
gekozen.
5.
Passagiers zijn niet
gelijkmatig verdeeld.
6.
Buitenboordmotor is niet
goed geplaatst.
STORINGZOEKEN
15.
Vervang brandstoffilter.
Verwijder de bougie en
reinig deze.
Vervangen door een
bougie met de juiste
warmtegraad.
Elektrodenafstand
afstellen.
〉
Controleer op
verbogen of
afgeknepen
brandstofleiding.
Vervang brandstoffilter.
Controleer het oliepeil
en vul bij tot het juiste
niveau.
Neem contact op met
een officiële Honda-
buitenboordmotor-
dealer.
Verdeel de passagiers
gelijkmatig.
Plaats de
buitenboordmotor in
de juiste positie.
151