2 HET MAKEN VAN AFDRUKKEN
Afdrukken maken
Basiskopieerprocedure
Maak afdrukken zoals hieronder beschreven.
1
Controleer of er (voldoende) papier in de papierlade(n) zit.
1
Voor de geschikte papiersoorten en -formaten alsmede het plaatsen ervan zie:
P.11 "Geschikt kopieerpapier"
P.12 "Papier in laden plaatsen"
P.18 "Papier in het extra grote papierinvoermagazijn (optie) plaatsen"
Plaats de originelen.
2
Voor de formaten en soorten originelen alsmede het plaatsen ervan zie:
P.22 "Aanvaardbare originelen"
P.25 "Gebruik van het automatische documentinvoersysteem (optie):"
P.23 "Originelen plaatsen op de glasplaat voor originelen"
P.24 "Boeken"
Toets het gewenste aantal afdrukken in wanneer u meer dan één afdruk wilt maken.
3
Druk op de [WISSEN] toets op het bedieningspaneel om het ingetoetste aantal te annuleren.
Selecteer de kopieerinstellingen naar behoefte.
4
P.51 "BELANGRIJKSTE KOPIEERFUNCTIES"
P.89 "BEWERKEN-FUNCTIES"
P.131 "BEELDCORRECTIE"
28
Afdrukken maken
2
RADF
( optioneel )
OF
4
Glasplaat voor
originelen
3
5