4 BEWERKEN-FUNCTIES
5
Selecteer naargelang nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de
[START] toets op het bedieningspaneel.
Als de originelen op het automatische documentinvoersysteem (optie) zijn geplaatst, start het scannen en
kopiëren. Voer stap 6 en 7 uit als deze op de glasplaat voor originelen zijn geplaatst.
Plaats het volgende origineel en druk vervolgens op de [START] toets op het
6
bedieningspaneel.
Het scannen van het volgende origineel begint. Het scannen begint ook wanneer u op [JA] op het aanraakscherm
en vervolgens op de [START] toets op het bedieningspaneel drukt. Bij meer dan één origineel dient deze stap te
worden herhaald totdat het scannen van alle originelen is voltooid.
7
Wanneer het scannen van alle originelen is voltooid, druk dan op [GEREED] op het
aanraakscherm.
Het kopiëren begint.
102
2IN1/4IN1