4 BEWERKEN-FUNCTIES
7
Selecteer naargelang nodig andere kopieerinstellingen en druk vervolgens op de
[START] toets op het bedieningspaneel.
Als de originelen op het automatische documentinvoersysteem (optie) zijn geplaatst, begint het scannen en
kopiëren.
Voer na het plaatsen op de glasplaat voor originelen stap 8 en 9 uit.
8
Plaats het volgende origineel en druk vervolgens op de [START] toets op het
bedieningspaneel.
Het scannen van het volgende origineel begint. Het scannen begint ook wanneer u op [JA] op het aanraakscherm
en vervolgens op de [START] toets op het bedieningspaneel drukt. Herhaal deze procedure totdat het scannen van
alle originelen is voltooid.
Wanneer het scannen van alle originelen is voltooid, druk dan op [GEREED] op het
9
aanraakscherm.
Het kopiëren begint.
112
Kaftblad