Portierontgrendeling bij een
ongeval
Bij een ongeval waarbij de brandstof-
noodschakelaar in werking treedt,
worden de portieren automatisch ont-
grendeld zodat het interieur van de
auto van buitenaf bereikt kan worden.
Gelijktijdig gaat ook de interieurver-
lichting branden. U kunt de portieren
echter altijd van binnenuit openen met
behulp van de daarvoor bestemde
bedieningshendels. Als u na het onge-
val geen brandstoflekkage waarneemt
en geen beschadiging van de elektri-
sche componenten van de auto (bijv.
de koplampen) en de auto kan nog
verder rijden, schakel dan de brand-
stofnoodschakelaar en de veiligheids-
schakelaar voor de elektrische voeding
(indien aanwezig) weer in, volgens de
hierna beschreven procedure.
ATTENTIE
Als de centrale por-
t i e r v e r g r e n d e l i n g
vanuit het interieur van de
auto is ingeschakeld en na
een ongeval de brandstof-
noodschakelaar niet de auto-
matische portierontgrende-
ling heeft kunnen inschake-
len, dan kan het interieur niet
van buitenaf bereikt worden.
Het van buitenaf openen van
de portieren hangt bovendien
af van de staat van de por-
tieren na een ongeval: als
een portier beschadigd is,
kan het mogelijk niet worden
geopend. Probeer in dat
geval het andere portier van
de auto te openen.
fig. 49
Brandstofnoodschakelaar
weer inschakelen
ATTENTIE
Voordat u de brand-
stofnoodschakelaar
weer inschakelt, moet zorg-
vuldig worden gecontroleerd
of er geen brandstoflekkage
is en of de elektrische compo-
nenten (bijv. de koplampen)
niet zijn beschadigd.
Druk om de brandstofnoodschakelaar
weer in te schakelen op de knop A-
fig. 49.
A0G0221m
77