ABS
Het ABS dat geïntegreerd is in het
remsysteem, voorkomt dat tijdens het
remmen de wielen blokkeren, onge-
acht de conditie van het wegdek en de
pedaaldruk, en verhindert daarmee
het doorslippen van een of meerdere
wielen. Hierdoor blijft de auto bestuur-
baar, zelfs bij noodstops.
Het systeem wordt gecompleteerd
met een elektronische remdrukverde-
ling EBD (Electronic Braking Force
Distribution), die de remdruk verdeelt
tussen de voor- en achterwielen.
BELANGRIJK Voor een maximale
werking van het remsysteem is een
inrijperiode nodig van ongeveer 500
km: in deze periode moet bruusk, her-
haaldelijk en langdurig remmen wor-
den vermeden.
100
ACTIVERING VAN HET SYS-
TEEM
Als het ABS in werking is getreden, merkt
de bestuurder dit aan een trilling in het
rempedaal, die gepaard gaat met enig
geluid: dit geeft aan dat het noodzakelijk
is uw snelheid aan te passen aan de
beschikbare grip op het wegdek.
ATTENTIE
Als het ABS in werking
treedt, dan is de grip
van de banden op het wegdek
beperkt: u dient uw snelheid
te verlagen en aan te passen
aan de beschikbare grip.
ATTENTIE
Het ABS maakt zoveel
mogelijk gebruik van
de beschikbare grip maar kan
deze niet verhogen. Daarom
moet op gladde weggedeel-
ten altijd voorzichtig worden
gereden en mogen er geen
onnodige
risico's
worden
genomen.
ATTENTIE
Als het ABS in wer-
king treedt, merkt u
dat aan een trilling in het
rempedaal. Verlaag de rem-
druk niet maar houd het
rempedaal juist goed inge-
trapt; op deze manier hebt u
de kortste remweg in relatie
tot de conditie van het weg-
dek.