ONDERHOUDSSCHEMA
Banden op conditie en slijtage controleren en
bandenspanning eventueel herstellen
Werking verlichting (koplamp-/achterlichtunits, richtingaanwijzers,
waarschuwingsknipperlichten, bagageruimte, interieur, dash-
boardkastje, waarschuwings-/controlelampjes enz.) controleren
Werking ruitenwissers/-sproeiers controleren en eventueel
sproeiermonden afstellen
Stand en slijtage van wisserbladen controleren
Remblokken voor (schijfremmen) op conditie en slijtage controleren
en werking lampje voor versleten remblokken controleren
Remblokken achter (schijfremmen) op conditie en slijtage controleren
Visueel de conditie controleren van: buitenzijde carrosserie,
bodemplaatbescherming, uitlaat, brandstof- en remleidingen,
rubber delen (stofkappen, hoezen enz.), en rubber slangen
van het rem- en brandstofsysteem
Vergrendelmechanismen van motorkap en kofferdeksel
op vervuiling controleren en mechanismen smeren
Vloeistofniveaus controleren en eventueel bijvullen (remsysteem,
hydraulische koppeling, stuurbekrachtiging, ruitenwissers, accu,
motorkoelsysteem enz.)
Handrem controleren en eventueel afstellen
Conditie van aandrijfriem(en) voor hulporganen visueel controleren
x 1000 km
30
●
●
●
●
●
●
●
●
●
60
90
120
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
150
180
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
205