ATTENTIE
Het lampje F geeft
bovendien eventuele
storingen van het lampje ¬ ¬
aan. Dit wordt aangegeven
door het langer knipperen van
het lampje F dan de normale
4 seconden. In dit geval kan
het lampje ¬ ¬ geen storingen
in de airbag-/gordelspanner-
systemen aangeven. Voordat
u verder rijdt, dient u contact
op te nemen met de Alfa
Romeo-dealer om het systeem
direct te laten controleren.
TE HOGE
u
KOELVLOEISTOF-
TEMPERATUUR
(rood)
Als u de sleutel in het contactslot steekt,
gaat het lampje (op de koelvloei-
stoftemperatuurmeter) branden. Na
enkele seconden moet het lampje
doven. Het lampje gaat branden (er ver-
schijnt ook een bericht op het display)
als de motor oververhit is. Als het lamp-
je gaat branden, moeten de volgende
maatregelen worden genomen:
– bij
normale
rij-omstan-
digheden: breng de auto tot stil-
stand, zet de motor uit en controleer
of het niveau van de koelvloeistof in
het reservoir niet onder het MIN-
merkteken staat. Als dit wel het geval
is, wacht dan enkele minuten zodat
de motor kan afkoelen, open vervol-
gens langzaam en voorzichtig de dop,
vul koelvloeistof bij en controleer of de
koelvloeistof tussen het MIN- en
MAX-merkteken staat. Controleer
ook of er geen vloeistof weglekt. Als
bij het starten van de motor het lamp-
je opnieuw gaat branden, wendt u
dan tot de Alfa Romeo-dealer.
– Als de auto onder zware
bedrijfsomstandigheden wordt
gebruikt (bijvoorbeeld het berg-
opwaarts trekken van een aanhanger of
met volbeladen auto): verlaag de snel-
heid en breng, als het lampje blijft bran-
den, de auto tot stilstand. Wacht 2 tot 3
minuten met draaiende motor en geef
iets gas voor een snellere circulatie van
de koelvloeistof. Zet vervolgens de motor
uit.
BELANGRIJK Bij zware bedrijfs-
omstandigheden is het raadzaam de
motor enkele minuten te laten draaien
met iets ingetrapt gaspedaal voordat u
de motor uitzet.
ATTENTIE
Draai bij een zeer
warme motor de dop
van het expansiereservoir
nooit los: gevaar voor ver-
branding.
153