Door waterstrepen kun-
nen de ruitenwissers
ongewenst inschakelen.
ATTENTIE
Voor het reinigen van
de voorruit moet altijd
worden gecontroleerd of het
systeem is uitgeschakeld.
70
fig. 45
KOPLAMPSPROEIERS
(indien aanwezig) fig. 45
De koplampen beschikken beide over
een sproeier. De koplampsproeiers tre-
den in werking als bij ingeschakelde
buitenverlichting de ruitensproeiers
worden bediend.
BELANGRIJK Controleer regelmatig
of de koplampsproeiers schoon en in
goede staat zijn.
A0G0046m