Elektrische installatie - motorkabels
NB!:
Als een niet-afgeschermde kabel wordt
gebruikt, wordt niet voldaan aan bepaalde
EMC-vereisten, zie de Design Guide.
Indien de EMC-specificaties met betrekking tot de
emissie moeten worden nageleefd, dient de motorkabel
te worden afgeschermd, tenzij anders is aangegeven
voor het betreffende RFI-filter. Het is belangrijk om
de motorkabel zo kort mogelijk te houden om het
ruisniveau en lekstromen tot een minimum te beperken.
De afscherming van de motorkabel dient te
worden aangesloten op de metalen kast van de
frequentieomvormer en op de metalen kast van de
motor. De aansluitingen voor de afscherming moeten
met een zo groot mogelijk oppervlak (kabelklem)
worden gemaakt. Dit wordt mogelijk gemaakt
door de verschillende installatiesystemen op de
verschillende frequentieomvormers.
Installatie met gedraaide uiteinden van de afscherming
(pigtails) dient vermeden te worden, aangezien dit het
afschermende effect bij hoge frequenties tenietdoet.
Als het noodzakelijk is de afscherming te onderbreken
om een motorisolator of motorrelais te installeren,
dient de afscherming te worden voortgezet met
de laagst mogelijke HF-impedantie.
De frequentieomvormer is getest met een bepaalde
kabellengte en een bepaalde kabeldoorsnede. Indien de
dwarsdoorsnede toeneemt, zal ook de kabelcapaciteit
- en daarmee de lekstroom - toenemen, en moet de
kabellengte dienovereenkomstig verminderd worden.
Als frequentieomvormers worden gebruikt in combinatie
met LC-filters om de akoestische ruis van een motor
te reduceren, moet de schakelfrequentie worden
ingesteld in overeenstemming met de instructies
voor LC-filters in Parameter 411. Bij een ingestelde
schakelfrequentie van meer dan 3 kHz wordt de
uitgangsstroom gereduceerd in de SFAWM-modus.
Door parameter 446 in te stellen op 60°AVM , wordt
de frequentie waarbij de stroom wordt gereduceerd,
verhoogd. Zie de Design Guide.
Aansluiting van de motor
Met de VLT Serie 5000 kunnen alle standaard
drie-fasen asynchrone motoren worden aangestuurd.
MG.51.A8.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
®
VLT
Kleine motoren zijn in het algemeen in ster
geschakeld (200/400 V,
Grote motoren zijn in driehoekschakeling
geschakeld (400/690 V,
Draairichting van de motor
De fabrieksinstelling zorgt voor draaiing met de klok
mee als de uitgang van de frequentie-omvormer
als volgt is aangesloten:
Klem 96 aangesloten op U-fase.
Klem 97 aangesloten op V-fase
Klem 98 aangesloten op W-fase
De draarichting van de motor kan worden gewijzigd
door twee fasen van de motorkabel te verwisselen.
Serie 5000
/Y).
/Y).
43