Alarm/waarschuwingslim-
ieten:
VLT 5000
3 x
3 x 380-
200-
500 V
240 V
[VDC]
[VDC]
Onderspan-
211
402
ning
Waarschuwing
222
423
lage span-
ning
Waarschuwing
384/405 801/840
hoge span-
ning
(zonder rem
- met rem)
Overspan-
425
855
ning
De gegeven spanningen betreffen de
tussenkringspanning van de frequentieomvormer met
een tolerantie van ± 5 %. De bijbehorende netspanning
is de tussenkringspanning gedeeld door 1,35.
1) VLT 5122 - VLT 5552: 817/828 V DC.
WARNING/ALARM 8
Onderspanning (DC LINK UNDERVOLT):
Als de tussenkringspanning (DC) lager is dan de
onderspanningsbegrenzing van de inverter (zie
tabel op vorige pagina), wordt gecontroleerd of
een 24 V-voeding is aangesloten.
Als er geen 24 V-voeding is aangesloten, wordt de
frequentieomvormer uitgeschakeld na een bepaalde
tijd, afhankelijk van de eenheid.
Bovendien wordt de spanning weergegeven op het
display. Controleer of de voedingsspanning geschikt is
voor de frequentieomvormer. Zie Technische gegevens.
WARNING/ALARM 9
Inverter overbelast (INVERTER TIME):
De thermo-elektronische bescherming van de inverter
rapporteert dat de frequentieomvormer op het punt
van uitschakeling staat wegens overbelasting (te
hoge stroom gedurende een te lange tijd). De teller
voor de thermo-elektronische inverterscherming
geeft een waarschuwing bij 98 % en schakelt uit
bij 100 %, waarbij een alarm wordt gegenereerd.
De frequentieomvormer kan niet worden gereset
totdat de teller onder de 90 % is.
De fout is dat de frequentieomvormer gedurende een
te lange tijd met meer dan 100 % is overbelast.
WARNING/ALARM 10
Overtemperatuur motor (MOTOR TIME):
De thermo-elektronische bescherming (ETR) geeft aan
dat de motor te warm is. In parameter 128 kan worden
176
3 x 525-
3 x 525-
600 V
690 V
[VDC]
[VDC]
557
553
585
585
1)
943/965
1084/1109
975
1120
MG.51.A8.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
®
VLT
Serie 5000
ingesteld of de frequentieomvormer een waarschuwing
of een alarm moet geven wanneer de teller 100 %
bereikt. De fout is dat de motor gedurende een te lange
tijd met meer dan 100 % is overbelast. Controleer of
de motorparameters 102-106 juist zijn ingesteld.
WARNING/ALARM 11
Motorthermistor (MOTOR THERMISTOR):
De thermistor of de thermistoraansluiting is ontkoppeld.
In parameter 128 kan worden ingesteld of de
frequentieomvormer een waarschuwing of een alarm
moet geven. Controleer of de thermistor correct
is aangesloten tussen klem 53 of 54 (analoge
spanningsingang) en klem 50 (+ 10 V-voeding).
WARNING/ALARM 12
Koppelbegrenzing (TORQUE LIMIT):
Het koppel is hoger dan de waarde in parameter
221 (bij motorwerking) of hoger dan de waarde in
parameter 222 (bij generatorwerking).
WARNING/ALARM 13
Overstroom (OVERCURRENT):
De piekstroombegrenzing van de inverter (ongeveer
200 % van de nominale stroom) is overschreden.
De waarschuwing zal ongeveer 1-2 seconden
aanhouden, waarna de frequentieomvormer uitschakelt
en een alarm geeft. Schakel de frequentieomvormer
uit en controleer of de motoras kan worden
gedraaid en of het motorvermogen geschikt is
voor de frequentieomvormer.
Als uitgebreide mechanische rembesturing
is geselecteerd, kan de uitschakeling (trip)
extern worden gereset.
ALARM 14
Aardfout (EARTH FAULT):
Er vindt een ontlading plaats van de uitgangsfasen
naar de aarde, ofwel in de kabel tussen de
frequentieomvormer en de motor of in de motor zelf.
Schakel de frequentieomvormer uit en hef
de aardfout op.
ALARM 15
Fout schakelmodus (SWITCH MODE FOUT):
Fout in het schakelen van de voeding (interne
± 15 V-voeding).
Neem contact op met uw Danfoss-leverancier.
ALARM 16
Kortsluiting (CURR.SHORT CIRCUIT):
Er is kortsluiting op de motorklemmen of in de motor zelf.
Schakel de frequentieomvormer uit en hef
de kortsluiting op.
WARNING/ALARM 17
Time-out standaardbus (STD BUS TIMEOUT)