programmeerbaar percentage dat is in te
stellen in parameter 219.
Vertragen
Snelheid ongewijzigd
0
Verlaagd met %-waarde
1
Verhoogd met %-waarde
0
Verlaagd met %-waarde
1
Aan/uitloop 2 wordt geselecteerd als u wilt kunnen
wisselen tussen aan/uitloop 1 (parameter 207-208) en
aan/uitloop 2 (parameter 209-210). Logische '0' leidt
tot aan/uitloop 1 en logische '1' leidt tot aan/uitloop 2.
Netstoring geïnverteerd wordt geselecteerd als
parameter 407 Netstoring en/of parameter 408
Snelle ontlading moet worden geactiveerd. Netstoring
geïnverteerd is actief in een situatie met een logische '0'.
Zie zo nodig ook Netfout/Snelle ontlading op pagina 66.
NB!:
De frequentieomvormer kan volledig beschadigd
worden door de functie voor Snelle ontlading
op de digitale ingang te herhalen terwijl de
netspanning op het systeem is aangesloten.
Pulsreferentie wordt geselecteerd als een pulsreeks
(frequentie) van 0 Hz wordt gebruikt, wat overeenkomt
met Ref
, parameter 204. De frequentie is in te stellen
MIN
in parameter 327 en moet overeenkomen met Ref
Pulsterugkoppeling wordt geselecteerd als
een pulsreeks (frequentie) wordt geselecteerd
als terugkoppelingssignaal.
Selecteer Encoderterugkoppeling, ingang A als
encoderterugkoppeling moet worden gebruikt na het
kiezen van Snelheidsregeling met terugkoppeling of
Koppelregeling, snelheidsterugkoppeling in parameter
100. Stel Puls/tpm in parameter 329 in.
Selecteer Encoderterugkoppeling, ingang B als
encoderterugkoppeling moet worden gebruikt met een
puls van 90° om de draairichting te registreren.
Veiligheidsvergrendeling heeft dezelfde
functie als Vrijloop na stop, geïnverteerd, maar
Veiligheidsvergrendeling genereert de alarmmelding
'externe fout' op het display als de geselecteerde
klem logisch '0' is. De alarmmelding wordt ook actief
via de digitale uitgangen 42/45 en de relaisuitgangen
01/04 als deze voor Veiligheidsvergrendeling zijn
geprogrammeerd. Het alarm kan worden gereset via
een digitale ingang of de toets [OFF/STOP].
= standaardinstelling. () = display-tekst [] = waarde gebruikt voor communicatie via seriële communicatiepoort.
126
Selecteer Blokkering van datawijzigingen als
de parameters niet mogen worden gewijzigd via
Inhalen
de bedieningseenheid. Het is echter wel mogelijk
datawijzigingen aan te brengen via de bus.
0
0
1
301 Klem 17, ingang
1
(DIGITAL INPUT 17)
Waarde:
Zie parameter 300.
Functie:
Deze parameter maakt een keuze tussen de
verschillende opties op klem 17 mogelijk.
De functies worden getoond in de tabel in het begin van
het hoofdstuk Parameters - ingangen en uitgangen.
De maximale frequentie voor klem 17 is 5 kHz.
Beschrijving van de keuze:
Zie parameter 300.
302 Klem 18 Start, ingang
(DIGITAL INPUT 18)
Waarde:
Zie parameter 300.
Functie:
.
MAX
Met deze parameter heeft u de keuze uit verschillende
opties op klem 18. De geactiveerde functies worden
getoond in de tabel aan het begin van het gedeelte
Parameters - ingangen en uitgangen.
De maximale frequentie voor klem 18 is 5 kHz.
Beschrijving van de keuze:
Zie parameter 300.
303 Klem 19, ingang
(DIGITAL INPUT 19)
Waarde:
Zie parameter 300.
Functie:
Met deze parameter heeft u de keuze uit verschillende
opties op klem 19. De functies worden getoond
in de tabel aan het begin van het gedeelte
Parameters - ingangen en uitgangen.
De maximale frequentie voor klem 19 is 5 kHz.
MG.51.A8.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
®
VLT
Serie 5000