Waarschuwingen
Het display knippert tussen normale status en
waarschuwing. Een waarschuwing verschijnt
op de eerste en tweede regel van het display.
Zie onderstaande voorbeelden. Als parameter
027 is ingesteld op regel 3/4, worden de
waarschuwingen in deze regels getoond als het
display in de uitleesstatus 1-3 is.
NO MOTOR
WARN. 3
WARNING 1
Onder 10 Volt (10 VOLT LOW):
De spanning van 10 V van klem 50 op de
stuurkaart is minder dan 10 V.
Verwijder een deel van de belasting van klem
50, aangezien de voeding van 10 V overbelast
is. Max. 17 mA/min. 590
WARNING/ALARM 2
Live zero-fout (LIVE ZERO ERROR):
Het stroomsignaal op klem 60 is minder dan
50 % van de ingestelde waarde in parameter
315 Klem 60, min. schaling.
WARNING/ALARM 3
Geen motor (NO MOTOR):
De motortestfunctie (zie parameter 122) geeft aan
dat er geen motor is aangesloten op de uitgang
van de frequentieomvormer.
WARNING/ALARM 4
Fasefout (MAINS PHASE LOSS):
Een fase ontbreekt aan de voedingszijde of de
onbalans in de netspanning is te hoog.
Deze melding kan ook verschijnen als er een
fout optreedt in de ingangsgelijkrichter op
de frequentieomvormer.
Controleer de voedingsspanning en voedingsstromen
naar de frequentieomvormer.
WARNING 5
Waarschuwing hoge spanning
(DC LINK VOLTAGE HIGH):
De tussenkringspanning (DC) is hoger dan de
overspanningsbegrenzing van het besturingssysteem.
De frequentieomvormer is nog steeds actief.
MG.51.A8.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
SETUP
1
.
®
VLT
Serie 5000
Alarmmeldingen
Het alarm verschijnt in de tweede en derde regel van
het display; zie onderstaande voorbeelden.
TRIP (RESET)
ALARM:12
TORQUE LIMIT
WARNING 6
Waarschuwing lage spanning (DC LINK
VOLTAGE LOW)
De tussenkringspanning (DC) is lager dan de
onderspanningsbegrenzing van het besturingssysteem.
De frequentieomvormer is nog steeds actief.
WARNING/ALARM 7
Overspanning (DC LINK OVERVOLT):
Als de tussenkringspanning (DC) hoger is dan de
overspanningsbegrenzing van de inverter (zie tabel)
wordt de frequentieomvormer uitgeschakeld nadat de
tijd is verstreken die in parameter 410 is ingesteld.
Bovendien wordt de spanning weergegeven op
het display. De fout kan worden opgeheven
door een remweerstand aan te sluiten (als de
frequentieomvormer over een geïntegreerde
remchopper, EB of SB, beschikt) of door de ingestelde
tijd in parameter 410 te verhogen. Daarnaast kan
in parameter 400 Remfunctie/overspanningsregeling
worden geactiveerd.
SETUP
1
175