Onderhouden remmen
Parkeerrem afstellen
Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsu-
ren—Controleer de afstelling van de
parkeerrem.
1.
Draai de stelschroef los waarmee de knop is
bevestigd aan de parkeerremhendel
Figuur 70
1. Parkeerremhendel
2. Knop
2.
Draai aan de knop totdat een kracht van 41 tot
68 N·m nodig is om de hendel te bedienen.
3.
Draai de stelschroef vast nadat de gewenste
instelling is bereikt.
(Figuur
70).
g008923
3. Stelschroef
Onderhoud riemen
Onderhoud van de riemen
van de motor
Onderhoudsinterval: Na de eerste 10
bedrijfsuren—De conditie en
de spanning van alle riemen
controleren.
Om de 100 bedrijfsuren—De conditie en de
spanning van alle riemen controleren.
Riem van wisselstroomdy-
namo/ventilator spannen
1.
Open de motorkap.
2.
Controleer de spanning door de riem van de
wisselstroomdynamo/ventilator midden tussen
de poelies van de wisselstroomdynamo en de
krukas in te drukken met een kracht van 30 N·m
(Figuur
71).
Opmerking:
11 mm hebben.
1. Riem van wisselstroomdynamo/ventilator
3.
Als de speling niet correct is, voltooi dan de
volgende procedure om de riem te spannen:
A.
Draai de bout los waarmee de beugel is
bevestigd aan de motor en draai de bout
los waarmee de wisselstroomdynamo is
bevestigd aan de beugel.
B.
Plaats een breekijzer tussen de
wisselstroomdynamo en de motor en
wrik de wisselstroomdynamo los.
C.
Als de juiste riemspanning is
verkregen, draait u de bouten van de
wisselstroomdynamo en de beugel vast om
de afstelling te borgen.
50
De riem moet een speling van
Figuur 71
g008916