Figuur 39
1. Toerenregelaar van
messenkooien
4.
Monteer de kap op de bedieningsarm.
5.
Gebruik de machine een paar dagen en
onderzoek vervolgens of de maaihoogte naar
tevredenheid is. De knop voor het toerental van
de messenkooien kan 1 stand hoger of lager
worden ingesteld dan het messenkooitoerental
op het schema om rekening te houden met
verschillen in de gazonconditie, de verwijderde
graslengte en de persoonlijke voorkeur van de
bestuurder.
Tips voor bediening en
gebruik
Maaitechnieken
•
Om te beginnen met maaien, schakelt u de
maaidekken in en rijdt u langzaam naar het
maaigebied. Breng de maai-eenheden omlaag
zodra de voorste maai-eenheden zich boven het
maaigebied bevinden.
•
Om in een professioneel recht patroon en in
banen te kunnen maaien zoals voor sommige
werkzaamheden is vereist, moet u een boom of
een ander object in de verte uitkiezen en recht
daarop af rijden.
•
Zodra de voorste maaidekken de rand van het
maaigebied bereiken, brengt u de maaidekken
omhoog en maak een traanvormige bocht om snel
in de juiste positie te komen voor de volgende
baan.
•
Om gemakkelijk rond bunkers, vijvers of andere
obstakels te kunnen maaien, gebruikt u de
g011168
2. Wetknop
Sidewinder en beweegt u de schakelhendel
naar links of naar rechts, afhankelijk van
uw maaiwerkzaamheden. De maaidekken
kunnen ook worden ingesteld op verschillende
bandbreedten.
•
De maaidekken werpen het gras meestal
naar de voorzijde of de achterzijde van de
machine. Gebruik de vooruitwerpstand als u
kleine hoeveelheden gras maait. Zo krijgt u een
mooier maairesultaat. Om aan de voorzijde uit te
werpen, kunt u eenvoudig het achterscherm op
de maaidekken sluiten.
VOORZICHTIG
Open of sluit de schermen van de maaidekken
niet terwijl de motor loopt, om lichamelijk
letsel of schade aan de machine te voorkomen.
Schakel de motor uit en wacht tot alle
bewegende delen tot stilstand zijn gekomen
voordat u de schermen van de maaidekken
opent of sluit.
•
Als u een grotere hoeveelheid gras moet maaien,
zet de schermen dan in een bijna horizontale
stand. Open de schermen niet te ver omdat
er anders maaisel kan verzamelen op het
frame, het achterste radiateurscherm en in het
motorgebied.
•
De maaidekken zijn uitgerust met balansgewichten
aan de zijde zonder motor voor een gelijkmatig
maairesultaat. U kunt gewichten toevoegen of
verwijderen als het maairesultaat niet gelijkmatig
is.
Na gebruik
Veiligheid na het werk
Algemene veiligheid
•
Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.
•
Schakel de maaidekken uit en laat deze zakken.
•
Stel de parkeerrem in werking.
•
Zet de motor af en verwijder het sleuteltje.
•
Wacht totdat alle bewegende onderdelen tot
stilstand zijn gekomen.
•
Laat de machine afkoelen voordat u deze afstelt,
reinigt, stalt of er onderhoudswerkzaamheden aan
verricht.
•
Verwijder gras en vuil van de maai-eenheden,
de aandrijvingen, de geluiddempers, de
33