Kleine delen, zoals SIM-kaart,
sluitingen, objectiefring en ob-
jectiefdeksel kunnen door klei-
ne kinderen worden verwijderd
en ingeslikt. Daarom moet de
telefoon buiten bereik van klei-
ne kinderen worden bewaard.
De op de netadapter aangege-
ven voedingsspanning (V) mag
niet worden overschreden.
Indien hiermee geen rekening
wordt gehouden, kan de op-
lader worden beschadigd.
De voeding moet in een makke-
lijk toegankelijk stopcontact
worden gestoken bij het laden
van de batterij. De enige manier
om de lader uit te schakelen
na het laden van de batterij, is
door deze uit het stopcontact
te halen.
De telefoon mag niet worden
geopend. Alleen voor het ver-
vangen van de batterij (100 %
kwikzilvervrij) of de SIM-kaart is
dat toegestaan. Iedere andere
wijziging aan het toestel is niet
toegestaan en leidt tot het ver-
lies van de garantie.
Lege batterijen en afgedankte
telefoons overeenkomstig de
wettelijke bepalingen voor de
afvalverwerking behandelen.
In de nabijheid van televisietoe-
stellen, radio's, pc's enz. kan de
telefoon storingen veroorzaken.
Veiligheidsvoorschriften
Gebruik uitsluitend originele
Siemens-accessoires. Zo voor-
komt u mogelijke materiële
schade of schade aan de ge-
zondheid en kunt u er zeker van
zijn dat alle relevante bepalin-
gen worden aangehouden.
Ondeskundig gebruik sluit elke garantie uit.
Deze veiligheidsvoorschriften gelden ook
voor originele Siemens-accessoires.
Aangezien mobiele apparaten allerlei
functies bieden, kunnen ze in andere posi-
ties worden gebruikt dan het hoofd, bij-
voorbeeld op het lichaam. In dit geval is bij
gegevensoverdracht (GPRS) een afstand
van 1,5 cm vereist.
Bluetooth
®
Uw telefoon is voorzien van een Bluetooth-
poort. Hiermee kunt u uw telefoon draadloos
verbinden met een headset van een hands-
free-set of met andere apparaten die compa-
tibel zijn met Bluetooth.
Houd rekening met de volgende punten voor
een veilige verbinding van de apparaten zo-
dat er geen derden via de radio toegang tot
uw telefoon kunnen krijgen:
• De initiële verbinding tussen twee appara-
ten (pairing) moet in een betrouwbare om-
geving plaatsvinden.
• Beide apparaten moeten zich eenmalig via
een wachtwoord/PIN identificeren. Als er
nog geen PIN voorgeprogrammeerd is,
dient u zo mogelijk een nummercombina-
tie van 16 cijfers te selecteren om voldoen-
de beveiliging te waarborgen
3