Submenu
Instelling
DISPLAY LAYOUT • POP: het subscherm wordt naast het
• PIP: het subscherm wordt
• SIDE BY SIDE: het hoofdscherm
Om de scanmodus te wijzigen, drukt u
op de functieknop voor het wijzigen van
de scanmodus. Zie "FUNCTION
BUTTON SETTING" (pagina 38) en
"De functie toegewezen aan de
functieknop" (pagina 38).
Opmerkingen
• Wanneer DISPLAY LAYOUT
• Wanneer SIDE BY SIDE
SUB INPUT
Om het ingangssignaal van het
SELECT
subscherm in te stellen. U kunt kiezen
uit OFF, VIDEO WAVE, OPTION B-2,
OPTION B-1, OPTION A-2, OPTION
A-1, DVI, HD15, COMPONENT, RGB,
Y/C en COMPOSITE.
Opmerkingen
• De multidisplay met COMPOSITE
• Wanneer SUB INPUT SELECT
• De beschikbare
38
Afstellingen in menu's verrichten
hoofdscherm weergegeven.
NORMAL of OVER kan
geselecteerd worden als
scanmodus op het hoofdscherm.
weergegeven in een inzetvenster
in het hoofdscherm (alleen voor
16:9-weergave).
wordt aan de linkerzijde van het
beeld en het subscherm aan de
rechterzijde van het beeld
geplaatst. NORMAL of FULL
kan geselecteerd worden als
scanmodus op het hoofd- en
subdisplay. De scanmodus van
het hoofd- en subdisplay wordt
tegelijk gewijzigd. U kunt geen
verschillende scanmodus
instellen voor elk display.
ingesteld is op SIDE BY SIDE, is
CTI (pagina 34) niet beschikbaar.
geselecteerd is, is alleen de 2D-
weergavemodus beschikbaar.
en Y/C, RGB en COMPONENT,
HD15 en DVI, OPTION A-1 en
OPTION A-2, en OPTION B-1 en
OPTION B-2 wordt niet
weergegeven.
ingesteld is op OFF, wordt MULTI
DISPLAY ENABLE op OFF
ingesteld.
ingangssignaalformaten voor HD15
en DVI zijn beperkt. Zie "Voor het
multidisplay" (pagina 52).
Submenu
Instelling
POSITION
Om de positie van het subscherm in te
stellen.
Wanneer POP geselecteerd is:
• 1: boven
• 2: midden
• 3: onder
Wanneer PIP geselecteerd is:
• 1: linksonder
• 2: rechtsonder
• 3: rechtsboven
• 4: linksboven
FRAME
Stelt de positie in van het hoofdscherm
wanneer POP geselecteerd is bij
DISPLAY LAYOUT.
• RIGHT: het hoofdscherm wordt aan
de rechterzijde van het subscherm
geplaatst.
• LEFT: het hoofdscherm wordt aan de
linkerzijde van het subscherm
geplaatst.
SUB PICTURE
Stelt het formaat in van het subscherm
SIZE
wanneer PIP geselecteerd is bij
DISPLAY LAYOUT.
• 1: Klein
• 2: Groot
FUNCTION BUTTON SETTING
USER CONFIG
FUNCTION BUTTON SETTING
F 1 B U T T O N :
F 2 B U T T O N :
F 3 B U T T O N :
F 4 B U T T O N :
Submenu
Instelling
F1 BUTTON t/m F4
Om de functie toe te wijzen aan de
BUTTON
functieknoppen van het voorpaneel en
de functie in of uit te schakelen.
Voor het toewijzen van de functie kunt
u kiezen uit SCAN, ASPECT, EXT
SYNC, BLUE ONLY, MONO, MULTI
DISPLAY, APA, I/P MODE, MIRROR
IMAGE, 2D/3D SELECT, L/R
SWITCH, DISPARITY SIM. enz.
Fabrieksinstelling
• F1-knop: 2D/3D SELECT
• F2-knop: SCAN
• F3-knop: ASPECT
• F4-knop: MULTI DISPLAY
De functie toegewezen aan de
functieknop
SCAN
Druk hierop om het scanformaat van het beeld te
veranderen. Druk hierop om te schakelen tussen
NORMAL scan (0% scan), OVER scan (20% overscan),
xxxx
xxxx
xxxx
xxxx