Submenu
Instelling
SUB CONTROL
Om het afstelbereik van de knop op
het voorpaneel voor CONTRAST,
BRIGHTNESS, CHROMA en
PHASE fijn af te stemmen.
• CONTRAST: om het
• BRIGHTNESS: om de
• CHROMA: om de
• PHASE: om de kleurtinten af te
• APERTURE: om de
• BACKLIGHT: om de
beeldcontrast af te stellen.
helderheid van het beeld af
te stellen.
kleurintensiteit af te stellen.
Hoe hoger de waarde, des te
sterker de intensiteit. Hoe
lager de waarde, des te lager
de intensiteit.
stellen. Hoe hoger de
waarde, des te groener het
beeld. Hoe lager de waarde,
des te paarser het beeld.
beeldscherpte af te stellen.
Hoe hoger de waarde, des te
scherper het beeld. Hoe
lager de waarde, des te
zachter het beeld.
achtergrondverlichting af te
stellen. Als de instelling
wordt veranderd, wordt de
helderheid van de
achtergrondverlichting
veranderd.
Submenu
Instelling
PICTURE CONTROL
Om de controleregeling van het
beeld beter te af te stellen.
• SIZE H: om de horizontale maat
• SIZE V: om de verticale maat
• SHIFT H: om de positie van het
• SHIFT V: om de positie van het
• DOT PHASE: om de
• PITCH: om de horizontale maat
• RESOLUTION: om in te stellen
• RESET: om de waarden van
van het beeld in te stellen.
Hoe hoger de waarde, des te
groter de horizontale maat
van het beeld. Hoe lager de
waarde, des te kleiner de
horizontale maat van het
beeld.
van het beeld in te stellen.
Hoe hoger de waarde, des te
groter de verticale maat van
het beeld. Hoe lager de
waarde, des te kleiner de
verticale maat van het beeld.
beeld in te stellen. Hoe
verder de waarde oploopt,
des te verder gaat het beeld
naar rechts; hoe verder de
waarde afneemt, des te
verder gaat het beeld naar
links.
beeld in te stellen. Hoe
verder de waarde oploopt,
des te verder gaat het beeld
omhoog; hoe verder de
waarde afneemt, des te
verder gaat het beeld
omlaag.
puntenpatroon af te stellen.
Om het beeld verder af te
stellen voor een beter beeld
nadat APA (pagina 39) is
afgesteld.
van het beeld af te stellen als
de linkerzijde van het beeld
vast staat. Hoe hoger de
waarde, des te groter de
breedte van het beeld. Hoe
lager de waarde, des te
kleiner de breedte van het
beeld.
indien het computersignaal
wordt ontvangen en het
signaaltype moeilijk is vast
te stellen, zoals XGA/60 of
WXGA/60.
•XGA: weergegeven als
XGA-signaal.
•WXGA: weergegeven als
WXGA-signaal.
SIZE H, SIZE V, SHIFT H,
SHIFT V, DOT PHASE en
PITCH op de
fabrieksinstelling te resetten.
Afstellingen in menu's verrichten
35