SYMBOLEN
Op of in de nabijheid van enkele onder-
delen van uw auto zijn plaatjes met een
bepaalde kleur aangebracht met daarop
symbolen die uw aandacht vragen en die
voorzorgsmaatregelen aangeven die u in
acht moet nemen, als u met het be-
treffende onderdeel te maken krijgt.
Op de binnenbekleding van de motorkap
bevindt zich een plaatje met een korte
samenvatting van de symbolen.
FIAT CODE
Voor een nog betere bescherming tegen
diefstal is de auto uitgerust met een elek-
tronische startblokkering.
Het systeem schakelt automatisch in als
de start-/contactsleutel wordt uitgeno-
men.
Als u bij het starten van de motor de sleu-
tel in stand MAR draait, stuurt het Fiat
CODE-systeem een code naar de regel-
eenheid van de motor die, als de code
wordt herkend, de blokkering van de func-
ties opheft.
Als bij het starten de code niet wordt her-
kend, gaat op het instrumentenpaneel het
waarschuwingslampje Y branden.
Draai in dat geval de sleutel in stand
STOP en vervolgens in stand MAR; als
de motor geblokkeerd blijft, probeer dan
nogmaals de motor te starten met een
van de andere geleverde sleutels. Als de
motor nog niet aanslaat, voer dan een
noodstart uit (zie het hoofdstuk "Nood-
gevallen") en wendt u daarna tot het Fiat
Servicenetwerk.
BELANGRIJK Elke sleutel heeft een eigen
code, die in de regeleenheid van het
systeem moet worden opgeslagen. Voor
het opslaan van nieuwe sleutels (maximaal
acht) moet u zich tot het Fiat Service-
netwerk wenden.
Y
BRANDEND LAMPJE
(of het symbool op het display)
TIJDENS HET RIJDEN
❒ Als het lampje
Y
(of het symbool op
het display) gaat branden, betekent dit
dat het systeem zichzelf controleert (bijv.
bij een vermindering van de spanning).
Als u het systeem wilt controleren, moet
u de auto stilzetten en de contactsleutel
in stand STOP en vervolgens opnieuw
in stand MAR draaien: als er geen enke-
le storing wordt gevonden, gaat het waar-
Y
schuwingslampje
niet branden.
❒ Als het waarschuwingslampje
symbool op het display) blijft branden,
moet de hiervoor beschreven procedu-
re herhaald worden en de contactsleutel
langer dan 30 seconden in stand STOP
worden gezet. Als de storing blijft bestaan,
wendt u dan tot het Fiat Servicenetwerk.
❒ Als het waarschuwingslampje
het symbool op het display) blijft bran-
den, wordt de code niet herkend. In dat
geval moet u de sleutel in stand STOP
en vervolgens in stand MAR draaien;
als de motor geblokkeerd blijft, probeer
het dan opnieuw met de andere gele-
verde sleutels. Als de motor nog niet
aanslaat, voer dan een noodstart uit (zie
het hoofdstuk "Noodgevallen") en wendt
u daarna tot het Fiat Servicenetwerk.
Bij krachtige stoten kunnen
de elektronische componen-
ten in de sleutel beschadigd
worden.
Y
(of het
Y
(of
7