MOTOR UITZETTEN
Draai de contactsleutel in stand STOP
terwijl de motor stationair draait.
BELANGRIJK Het is beter om de motor
na een zware rit even "op adem" te laten
komen. Zet de motor niet onmiddellijk
uit, maar laat hem even stationair draai-
en. Hierdoor kan de temperatuur in de
motorruimte dalen.
Gasgeven voordat u de motor
uitzet heeft geen enkel nut,
verspilt brandstof en is, voor-
al voor motoren met turbo-
compressor, schadelijk.
104
HANDREM
De handrem bevindt zich tussen de voor-
stoelen.
Om de handrem in te schakelen, moet u
de hendel omhoog trekken zodat de
auto blokkeert.
ATTENTIE!
De auto moet geblokkeerd
zijn als de handrem enkele
tanden is aangetrokken. Als dit niet
het geval is, laat dan het Fiat Service-
netwerk de handrem afstellen.
Als de handrem is aangetrokken en de
contactsleutel in stand MAR staat, gaat
op het instrumentenpaneel het waarschu-
wingslampje x branden.
Handrem uitschakelen:
❒ trek de hendel iets omhoog en druk op
de ontgrendelknop A-fig. 1;
❒ houd de knop A ingedrukt en laat de
hendel zakken. Het lampje x op het
instrumentenpaneel dooft.
Om onverwachtse bewegingen van de
auto te voorkomen, moet bij het bedienen
van de handrem het rempedaal worden
ingetrapt.
fig. 1
PARKEREN
Ga als volgt te werk:
❒ zet de motor uit en trek de handrem
aan;
❒ schakel een versnelling in (de 1
weg omhoog loopt, de achteruit als de
weg omlaag loopt) en zet de voorwie-
len iets uitgestuurd.
Als de auto op een steile helling staat,
blokkeer de wielen dan met stenen of
wiggen.
Laat de contactsleutel nooit in stand MAR
staan omdat hierdoor de accu ontlaadt.
Neem bovendien de sleutel altijd uit het
contactslot als u de auto verlaat.
Laat kinderen nooit alleen achter in de
auto. Neem de sleutel altijd uit het con-
tactslot als u de auto verlaat en neem de
sleutel mee.
F0T0043m
e
als de