A
Figuur 86
1. Meet hier de afstand van
het mes tot het harde
oppervlak
De maaihoogte afstellen
1. Laat het maaidek zakken tot een maaihoogte van
76 mm.
2. Zet het rechter maaimes in de schuinstand.
3. Meet het rechtermes bij punt C. Meet de afstand tussen
een horizontaal oppervlak en de snijrand van het
maaimes en noteer deze afstand
4. De afstand bij punt C mag niet meer dan 3 mm
verschillen van de maaihoogte-instelling van 76 mm.
Indien dit niet het geval is, gaat u als volgt te werk.
5. Draai de contramoeren aan beide zijden van de
spanschroef los
(Figuur
Opmerking: Het uiteinde van de spanschroef met de
groef erin heeft linkse schroefdraad
6. Stel de spanschroef af om de maaidekhoogte omhoog
of omlaag te brengen tot 76 mm bij punt C.
7. Draai de contramoeren aan beide zijden van de
spanschroef vast.
8. Controleer of de hefhendel van het maaidek
vergrendeld wordt in de transportstand.
9. Als hij niet in de transportstand wordt vergrendeld,
moet u de spanschroef afstellen tot dat wel het geval is.
10. Draai de contramoeren vast.
C
g020860
2. Meten bij A en C
(Figuur
86).
87).
(Figuur
87).
1
2 3 1
1. Contramoer
2. Spanschroef
Drukveer afstellen
Opmerking: Afstallen van de drukveer verandert in
hoeverre het maaidek zweeft en hoeveel moeite het kost om
het maaidek omhoog te brengen als de maaihoogtehendel
wordt gebruikt.
•
Als de drukveer verder wordt ingedrukt, vermindert de
benodigde kracht en zal het maaidek meer zweven.
•
Als de drukveer minder ver wordt ingedrukt, is er meer
kracht nodig en zal het maaidek minder zweven.
1. Breng de hefhendel van het maaidek omhoog en
vergrendel deze in de transportstand.
2. Controleer de lengte van de drukveer.
Opmerking: De nominale lengte bedraagt 28,2 cm
voor maaidekken van 91 cm en 25,7 cm voor
maaidekken van 102 cm
3. U kunt deze afstand instellen door de contramoer van
de veer los te draaien en vervolgens te draaien aan de
moer op de voorkant van elke veer
4. U borgt de moer in deze stand door de contramoer van
de veer vast te draaien
59
Figuur 87
3. Groef die links
schroefdraad aangeeft
(Figuur
88).
(Figuur
88).
(Figuur
88).
g020808