1. Meet hier de afstand van
het mes tot het harde
oppervlak
De achterkant van het maaidek afstellen
1. Stel de schuinstand in de lengterichting van het linker-
en rechtermaaimes in.
2. Meet het linkermes bij punt B. Meet de afstand tussen
een horizontaal oppervlak en de snijrand van het
maaimes en noteer deze afstand
3. Meet het rechtermes bij punt D. Meet de afstand
tussen een horizontaal oppervlak en de snijrand van
het maaimes en noteer deze afstand
4. De afstand bij punt B mag niet meer dan 3 mm
verschillen van die bij punt D.
niet het geval is, gaat u als volgt te werk.
5. Zet de contramoeren aan de voorste wartel links los.
6. Gebruik de linkercontramoeren om de lengte van de
linkerdraadstang af te stellen zodat punt B overeenkomt
met punt D.
7. Zet de contramoeren aan de voorste wartel links vast.
g020858
Figuur 84
2. Meten bij C en D
(Figuur
85).
(Figuur
(Figuur
85). Indien dit
1. Meet hier de afstand van
het mes tot het harde
oppervlak
De voorkant van het maaidek afstellen
1. Stel de schuinstand in de lengterichting van het linker-
en rechtermaaimes in.
2. Controleer de voorste kettingen en zorg ervoor dat ze
onder spanning staan.
Opmerking: Als er een ketting loszit, moet u de
draadstang met de losse ketting afstellen om deze op
te spannen.
85).
3. Meet het linkermes bij punt A. Meet de afstand tussen
een horizontaal oppervlak en de snijrand van het
maaimes en noteer deze afstand
4. Meet het rechtermes bij punt C. Meet de afstand tussen
een horizontaal oppervlak en de snijrand van het
maaimes en noteer deze afstand
5. De afstand tussen punt A en punt C moet minder dan
3 mm bedragen. Indien dit niet het geval is, gaat u als
volgt te werk.
6. Draai de bovenste kettingbouten los
7. Draai de contramoeren op de gaffels los.
8. Stel de stelbouten in de gaffels af bij punten A en C
zodat u de gewenste hoogte verkrijgt.
9. Draai de contramoeren en de bovenste kettingbouten
vast.
58
g020859
Figuur 85
2. Meten bij B en D
(Figuur
86).
(Figuur
86).
(Figuur
82).