Parkeerrem in werking stellen
Trek de hendel van de parkeerrem naar achteren in de
ingeschakelde stand
(Figuur
1. Parkeerrem ingeschakeld
Parkeerrem vrijzetten
Duw de parkeerremhendel naar voren.
De aftakasschakelaar
bedienen
De aftakasschakelaar wordt in combinatie met de
rechterrijhendel worden gebruikt om de maaimessen in- en
uit te schakelen.
De maaimessen inschakelen
1. Om de maaimessen in te schakelen, beweegt u de
rechterrijhendel naar de middelste onvergrendelde
stand.
2. Zet de aftakasschakelaar omhoog en laat deze los terwijl
u de rechterrijhendel in de middelste onvergrendelde
stand houdt.
Figuur 10
De maaimessen uitschakelen
U kunt de maaimessen op de volgende twee manieren
uitschakelen.
•
Zet de aftakasschakelaar omlaag naar de stand Uit
11).
9).
Figuur 9
2. Parkeerrem vrijgezet
g012781
•
Zet de rijhendels in de neutraalstand en zet de
rechterrijhendel in de vergrendelde neutraalstand
12).
Het gas bedienen
De gashendel heeft twee standen: Snel en Langzaam
(Figuur
13).
Gebruik altijd de snelle stand als u het maaidek inschakelt
met de aftakasschakelaar.
De choke bedienen
Gebruik de choke om een koude motor te starten.
1. Gebruik de choke om de motor te starten als deze
koud is.
2. Trek de knop van de choke omhoog om deze in te
schakelen voordat u de contactschakelaar inschakelt
(Figuur
(Figuur
3. Druk de choke omlaag om deze weer uit te schakelen
nadat de motor is gestart
18
g012782
Figuur 11
g012895
Figuur 12
Figuur 13
14).
(Figuur
14).
(Figuur
G008946