13. Controleer het vloeistofpeil en vul indien nodig
vloeistof bij. Niet te vol vullen.
Hydraulisch filter vervangen
Onderhoudsinterval: Na de eerste 8 bedrijfsuren
Om de 500 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de
kortste periode aan)
WAARSCHUWING
Warme hydraulische vloeistof kan ernstige
brandwonden veroorzaken.
Laat de hydraulische vloeistof afkoelen voordat
u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan het
hydraulische systeem.
1. Schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem in werking.
2. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
Belangrijk: Gebruik geen filter voor motorolie
ter vervanging omdat dit ernstige schade aan het
hydraulische systeem kan veroorzaken.
3. Plaats een opvangbak onder het filter
1. Hydraulische tank
4. Verwijder het oude filter en veeg de pakking van de
filtertussenstuk schoon
5. Smeer een dun laagje hydraulische vloeistof op de
rubberen pakking van het nieuwe filter.
6. Monteer het nieuwe hydraulische filter op het
filtertussenstuk.
7. Draai het oliefilter rechtsom totdat de rubberen
pakking contact maakt met het filtertussenstuk. Draai
het filter vervolgens nog eens 1/2 slag
(Figuur
Figuur 74
2. Hydraulisch filter
(Figuur
75).
(Figuur
1. Hydraulisch filter
2. Pakking
8. Neem gemorste vloeistof op.
9. Controleer het vloeistofpeil in de tank en voeg vloeistof
toe aan de tank tot het peil de markering voor koude
vloeistof op de tank bereikt.
Belangrijk: Gebruik de voorgeschreven vloeistof
of een gelijkwaardig product. Andere vloeistoffen
kunnen schade aan het systeem veroorzaken.
10. Start de motor en laat deze ongeveer 2 minuten lopen
om lucht uit het systeem te verwijderen
74).
11. Zet de motor af en controleer op olielekkages.
Opmerking: Als een of beide wielen niet willen
draaien, raadpleeg dan
(bladz.
12. Controleer nogmaals het vloeistofpeil en vul indien
nodig vloeistof bij. Niet te vol vullen.
Hydraulisch systeem ontluchten
Het tractiesysteem ontlucht zichzelf, maar het kan
noodzakelijk zijn het systeem te ontluchten als de vloeistof
wordt ververst of nadat er werkzaamheden zijn verricht aan
het systeem.
1. Schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem in werking.
2. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
3. Breng de achterzijde van de machine omhoog op
kriksteunen tot de aandrijfwielen van de grond komen.
4. Start de motor en zet de gashendel op stationair.
Opmerking: Als het wiel niet draait, kunt u helpen
door de band voorzichtig naar voren te draaien.
5. Controleer het peil van de hydraulische vloeistof en
giet indien nodig vloeistof bij om het correcte peil te
75).
handhaven.
6. Herhaal dit bij het andere wiel.
7. Reinig het gebied rond de pompbehuizing grondig.
53
Figuur 75
3. Tussenstuk
Hydraulisch systeem ontluchten
53).