42!.3-)33)%+%44).'
Lees aandachtig pag. 51 (ONDERHOUD).
De motorfiets is voorzien van een ketting
uit één stuk, waarin de hoofdschakel niet
wordt gebruikt.
a
OPGELET
Een te slappe ketting kan geluiden ver-
oorzaken of de ketting doen rammelen,
met slijtage van de schoen en van de
kettinggeleideplaat als gevolg.
Controleer regelmatig de speling en re-
gel eventueel bij, zie hiernaast (REGE-
LEN). Laat indien nodig de ketting ver-
vangen door een officiële APRILIA-
dealer, die zal zorgen voor een degelijke
en snelle service.
Als de onderhoudswerkzaamheden niet
correct worden uitgevoerd, kan dit lei-
den tot voortijdige slijtage van de ket-
ting en/of schade aan de tandwielen.
64
gebruik en onderhoud SL mille
a
OPGELET
Voer het onderhoud vaker uit als u de
motorfiets in veeleisende omstandighe-
den of op stoffige en/of modderige we-
gen gebruikt.
CONTROLEREN VAN DE SPELING
Controleer de speling als volgt:
N
Zet de motor af.
N
Plaats het voertuig op de zijstandaard op
een stevige en vlakke ondergrond.
N
Zet de motor in neutraal.
N
Controleer of de verticale speling, op een
punt in het midden tussen het voor - en
achtertandwiel in het onderste deel van
de ketting, ongeveer 25 mm bedraagt.
N
Verrijd de motorfiets, om de verticale
speling van de ketting ook te kunnen
controleren wanneer het wiel draait; de
speling moet constant blijven tijdens alle
draaibewegingen van het wiel.
a
OPGELET
Als er op bepaalde delen van de ketting
een grotere speling is, wijst dit erop dat
sommige schakels beschadigd of vast-
gevreten zijn; neem in dit geval contact
op met een officiële APRILIA-dealer. Om
het risico op vastgevreten schakels te
vermijden, moet de ketting regelmatig
worden gesmeerd, zie pag. 65 (REINI-
GING EN SMERING).
Als de speling overal even groot is, maar
meer of minder dan 25 mm bedraagt, moet
u ze afstellen, zie onder (REGELEN).
REGELEN
OPMERKING
Gebruik voor het af-
stellen van de ketting de achterste stan-
&
daard
.
Als na controle blijkt dat de kettingspan-
ning moet worden geregeld, doe dit dan als
volgt:
N
Zet de motorfiets op de achterste stan-
daard, zie pag. 58 (DE MOTORFIETS
OP DE ACHTERSTE STANDAARD
&
ZETTEN
).
N
Draai de moer (1) volledig los.
OPMERKING
Voor de centrering van
het wiel zijn vaste merktekens (2-3) voor-
zien, die zichtbaar zijn aan de binnenkant
van de kettingspannerzittingen op de ach-
tervorkarmen, voor de wielas.