2)#(4,)*.%. 6//2 '%"25)+
a
WAARSCHUWING
Voer voor het vertrek steeds een vooraf-
gaande controle uit om na te gaan of de
motorfiets juist en veilig functioneert,
zie de tabel hierna (CONTROLES VOOR-
AF). Het niet uitvoeren van deze contro-
les kan leiden tot ernstige letsels of
schade aan de motorfiets.
Aarzel niet raad te vragen aan uw offi-
ciële APRILIA-dealer ingeval u iets niet
begrijpt i.v.m. de werking van bepaalde
bedieningselementen of als u bepaalde
onregelmatigheden vermoedt of vast-
stelt.
Een controle vergt weinig tijd en ver-
hoogt de veiligheid aanzienlijk.
OPMERKING
Elke onregelmatigheid
wordt door de elektronische eenheid van
deze motorfiets direct herkend en opgesla-
gen.
a
OPGELET
(),
Als de aanduiding "
" op de display
verschijnt tijdens de normale werking
van de motor, betekent dit dat de elek-
tronische eenheid een onregelmatig-
heid heeft vastgesteld. In vele gevallen
blijft de motor werken met een beperkt
vermogen; neem onmiddellijk contact
op met een officiële APRILIA-dealer.
42
gebruik en onderhoud SL mille
#/.42/,%3 6//2!&
Onderdeel
Controleer de werking, de stationaire speling van de bedie-
Voorste en achterste
ningshendels en het vloeistofpeil en kijk of er geen lekken
schijfremmen
zijn. Vul zo nodig het vloeistofreservoir bij.
Controleer of hij soepel werkt en of hij volledig kan worden
Gashendel
open- en dichtgedraaid, bij alle standen van het stuur.
Zo nodig bijstellen en/of smeren.
Motorolie
Controleren en/of zo nodig bijvullen.
Controleer het loopvlak van de banden, de bandenspanning,
Wielen/banden
slijtage en eventuele beschadiging.
Verwijder indien nodig vuil uit de groeven van het loopvlak.
Controleer of ze soepel werken.
Remhendels
Smeer indien nodig de scharnierpunten en stel de speling af.
Controleer de werking van de koppeling, de speling van de
bedieningshendel, het vloeistofpeil en eventuele lekkage.
Koppeling
Vul indien nodig bij met vloeistof; de koppeling moet werken
zonder te schokken en/of te slippen.
Stuur
Controleer of het stuur soepel draait, zonder speling.
Controleer of deze goed werkt.
Controleer of de standaard zonder wrijving kan worden op-
en neergeklapt en of de veer de standaard weer naar zijn
Zijstandaard
oorspronkelijke positie doet terugkeren. Zo nodig scharnier-
punten en draaiende delen smeren. Controleer of de veilig-
heidsschakelaar op de zijstandaard correct werkt.
Bevestigingselemen-
Controleer of de bevestigingselementen niet loszitten.
ten
Stel ze zo nodig af of draai ze aan.
Transmissieketting
Controleer de speling.
Controleer het peil en vul zo nodig bij.
Brandstoftank
Controleer het circuit op lekkage.
Controleer of de brandstofdop goed is dichtgedraaid.
Het koelvloeistofpeil in de expansietank moet zich tussen de
Koelvloeistof
"MIN"- en "MAX"-markeringen bevinden.
Motorstopschakelaar
Controleer of hij goed werkt.
n
m
(
-
)
Lichten, waar-
Controleer de goede werking van akoestische en visuele
schuwingslampjes,
voorzieningen. In geval van defect de lampjes vervangen of
claxon en elektrische
het defect repareren.
onderdelen
Controle
Pagina
31, 32,
33, 67
72
39, 55
38
40
35
—
73, 78
—
64, 65
30, 66
36, 37
25
75-84