Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Uitlijning Van De Achterwielen Controleren; De Transmissieregelkabel En Het Bedieningsmecha- Nisme Controleren - Toro CT2240 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor CT2240:
Inhoudsopgave

Advertenties

Figuur 45
Linkerkant van de machine
1. Retourfilter voor de hydraulische vloeistof
Uitlijning van de
achterwielen controleren
Onderhoudsinterval: Om de 500 bedrijfsuren
Om te voorkomen dat de banden overmatig slijten en ervoor
te zorgen dat de machine veilig kan worden gebruikt, moeten
de achterwielen correct worden uitgelijnd en een toespoor
van 3-8 mm hebben.
1. Zet de achterwielen recht naar voren.
2. Meet en vergelijk de afstand tussen de voorkant van de
wangen van de banden en de achterkant van de wangen
van de banden ter hoogte van het midden van het wiel.
Opmerking: De afstand tussen de voorkant van
de wangen moet 3-8 mm minder zijn dan de afstand
tussen de achterkant van de wangen.
1
1. Hoogte van het midden
van het wiel
2. Wiel
1
Om de achterwielen uit te lijnen, moet u eerst de linker-
en de rechterborgmoer op de spoorstang losdraaien. (De
linkerborgmoer heeft linksdraaiende schroefdraad). Draai
g014491
g014491
aan de spoorstang om de correcte afstand te verkrijgen zoals
hierboven is aangegeven en draai de borgmoeren stevig vast.
De transmissieregelkabel
en het bedieningsmecha-
nisme controleren
Onderhoudsinterval: Om de 250 bedrijfsuren
Controleer de conditie en de bescherming van de kabel en
het bedieningsmechanisme bij de rijpedalen en de uiteinden
van de transmissiepomp.
Verwijder aangekoekt vuil, gruis en andere aanslag.
Zorg ervoor dat de kogelverbindingen stevig vastzitten en
controleer of de bevestigingsbeugels en kabelgeleiders
goed zijn bevestigd en geen scheuren vertonen.
Controleer de eindsluitingen op slijtage, corrosie of
kapotte veren en vervang deze indien dit nodig is.
Controleer of de rubberen afdichtingen correct op hun
plaats zitten en in goede staat verkeren.
Controleer of de scharnierende moffen die de binnenkabel
ondersteunen, in goede staat verkeren en stevig vastzitten
aan de buitenkabel bij de krimpverbindingen. Indien ze
beginnen te scheuren of los te raken, moet u direct een
nieuwe kabel monteren.
Controleer of de moffen, de stangen en de binnenkabel
zijn verbogen, geknikt of op een andere manier zijn
beschadigd. Als u schade ziet, monteer dan meteen een
nieuwe kabel.
Zet de motor af, beweeg de pedalen door hun hele bereik
en controleer of het mechanisme soepel en onbelemmerd
in de
vastzitten of hangen.
42
Figuur 46
3. Richting vooruit rijden
4. Spoorstang
komt zonder dat het blijft
NEUTRAALSTAND
2
4
3
G014442
g014442

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

30654

Inhoudsopgave