Onderhoud motor
Het waarschuwingssys-
teem voor motoroververhit-
ting controleren
Onderhoudsinterval: Om de 500 bedrijfsuren
1
Figuur 38
1. Schakelaar temperatuur
1. Draai het contactsleuteltje op aan (stand "I").
2. Maak de roodblauwe draadaansluiting los van de
temperatuurschakelaar van de motor.
3. Raak met het metalen uiteinde van de draad een
geschikt aardingspunt aan. Zorg dat het metalen
oppervlak goed contact maakt.
De claxon klinkt en het waarschuwingslampje van de
temperatuur van de motorkoelvloeistof gaat branden ten
teken dat het systeem goed functioneert. Als het systeem niet
naar behoren functioneert, moet het eerst worden gerepareerd
voordat u de maaimachine gaat gebruiken.
Onderhoud van het
luchtfilter
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Om de 500 bedrijfsuren
Onderhoud van het primaire
luchtfilter
Controleer de luchtfilterbehuizing op schade die een luchtlek
kan veroorzaken. Vervang de luchtfilterbehuizing indien deze
beschadigd is. Controleer het gehele luchtinlaatsysteem op
lekken, beschadiging of losse slangklemmen.
Geef het primaire luchtfilter uitsluitend een onderhoudsbeurt
als de onderhoudsindicator
luchtfilter vervangt voordat dit nodig is, wordt alleen maar
G014437
(Figuur
39) dit aangeeft. Als u het
de kans vergroot dat er vuil in de motor komt als het filter
wordt verwijderd.
Belangrijk: Zorg ervoor dat het deksel goed vastzit en
de luchtfilterbehuizing helemaal afsluit.
1. Controleer de blokkage-indicator van het filter. Als de
indicator rood is, vervang dan het luchtfilter
39).
2. Voordat u het filter weghaalt, moet u met schone
en droge perslucht onder lage druk (2,76 bar) grote
hoeveelheden aangekoekt vuil verwijderen dat tussen
g014437
de buitenkant van het filter en de filterbus zit. Gebruik
geen perslucht onder hoge druk, omdat hierdoor
vuil via the filter in het inlaatkanaal kan worden
geblazen. Verwijder het deksel van het luchtfilterhuis.
Opmerking: Deze reiniging voorkomt dat er vuil in
de inlaat terechtkomt als u het filter verwijdert.
1
1. Stofkap
2. Stofbak
3. Verwijder en vervang het filter
Het wordt afgeraden het gebruikte element te
reinigen omdat dit kan leiden tot beschadiging van de
filtermedia.
4. Inspecteer het nieuwe filter op transportschade en
controleer het uiteinde van het filter, dat goed moet
aansluiten, en de filterbehuizing. Een beschadigd
element mag niet worden gebruikt.
5. Plaats het nieuwe filter door de buitenring van het
element aan te drukken om dit vast te zetten in de
37
G014565
Figuur 39
3
2
Figuur 40
3. Luchtfilter
(Figuur
40).
(Figuur
g014565
g022394
g022394