Onderhoud
Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine.
Opmerking: Om een elektrisch of hydraulisch schema van uw machine te verkrijgen, kunt u terecht op www.Toro.com.
Aanbevolen onderhoudsschema
Onderhoudsinterval
Na de eerste 8 bedrijfsuren
Na de eerste 50 bedrijfsuren
Bij elk gebruik of dagelijks
Om de 50 bedrijfsuren
Om de 100 bedrijfsuren
Om de 150 bedrijfsuren
Om de 200 bedrijfsuren
Om de 250 bedrijfsuren
Om de 400 bedrijfsuren
Om de 500 bedrijfsuren
Onderhoudsprocedure
• De conditie en de spanning van de wisselstroomdynamo/ventilator controleren.
• Ververs de motorolie en vervang het filter.
• Vervang het oliefilter van de transmissie.
• Vervang het hydraulische retourfilter.
• Motortoerental controleren (stationair en op vol gas).
• Oliepeil controleren.
• Controleer het koelsysteem.
• Brandstofpeil controleren.
• Controleer het peil van de hydraulische vloeistof.
• Wielmoeren aandraaien.
• De bandenspanning controleren.
• Smeer de lagers, lagerbussen en scharnieren in (smeer meteen na elke
reinigingsbeurt, ongeacht het vermelde interval).
• Controleer de blokkeringsindicator van het luchtfilter (het luchtfilter al sneller
vervangen als de luchtfilterindicator rood oplicht; vaker vervangen in erg vuile
of stoffige omstandigheden).
• Verwijder dagelijks het vuil van het scherm, de oliekoelers en de radiateur (vaker
bij gebruik in vuile omstandigheden).
• Het veiligheidssysteem controleren.
• De hydraulische leidingen en slangen controleren op lekkages, kinken, loszittende
steunen, slijtage, loszittende aansluitingen, slijtage door weersinvloeden en de
inwerking van chemicaliën.
• Smeer de lagers, lagerbussen en scharnieren in (smeer meteen na elke
reinigingsbeurt, ongeacht het vermelde interval).
• Slangen van koelsysteem controleren.
• De conditie en de spanning van de wisselstroomdynamo/ventilator controleren.
• Motorolie verversen en filter vervangen.
• Vocht aftappen uit de brandstoftank en de hydraulische tank.
• De conditie van de maaimessen controleren.
• De accu controleren en reinigen.
• Aansluitingen van de accukabels controleren.
• Controleer de transmissieregelkabel.
• De brandstofleidingen en aansluitingen controleren.
• Brandstoffilter vervangen
• Motortoerental controleren (stationair en op vol gas).
• Controleer het waarschuwingssysteem van motoroververhitting.
• Vervang het primaire luchtfilter (dit moet vaker gebeuren in erg stoffige of vuile
omstandigheden).
• Het elektrische systeem controleren.
• Vervang het oliefilter van de transmissie.
• Vervang het hydraulische retourfilter.
• Controleer de uitlijning van de achterwielen
• Het hydraulische systeem een onderhoudsbeurt geven.
• Waarschuwingssysteem bij te hoge temperatuur van hydraulische vloeistof
controleren.
• Brandstoffilter vervangen.
32