Stalling
Voorbereidingen voor
winteropslag
Volg deze procedures elke keer als u de machine langer dan
30 dagen opslaat.
De tractie-eenheid gebruiksklaar maken
1. Reinig de tractie-eenheid, de maaidekken en de motor
grondig.
2. Controleer de bandenspanning. Breng alle banden op
een spanning van 0,97 tot 1,24 bar.
3. Controleer of alle bevestigingen vastzitten; zet deze
vast indien nodig.
4. Smeer alle smeer- en draaipunten met vet of olie. Neem
overtollig vet op.
5. Plaatsen waar de lak is bekrast, beschadigd of geroest,
moeten licht geschuurd en bijgewerkt worden.
Eventuele deuken in de metalen carrosserie uitdeuken.
6. Verricht de volgende onderhoudswerkzaamheden aan
de accu en de kabels:
A. Haal de accuklemmen los van de accupolen.
B. Verwijder de accu.
C. Laad de accu voor de opslag en om de 60 dagen
24 uur lang op om loodsulfatie van de accu te
voorkomen.
Opmerking: Om te voorkomen dat de accu
bevriest, moet deze volledig zijn opgeladen. Het
soortelijk gewicht van een volledig opgeladen accu
is 1,265-1,299.
D. Reinig de accu, de klemmen en de polen met
behulp van een staalborstel en een oplossing van
zuiveringszout (natriumbicarbonaat).
E. Smeer een dun laagje Grafo 112X-vet (Toro
onderdeelnr. 505-47) of vaseline op de
kabelklemmen en de accupolen om corrosie te
voorkomen.
F. U moet de accu in een koel gebied apart opslaan
of op de machine plaatsen. De accukabels mogen
niet aangesloten zijn op de accu als u deze in de
machine opslaat.
De motor gebruiksklaar maken
1. Tap de motorolie af uit de motor en plaats de aftapplug.
2. Verwijder het oliefilter en gooi het weg.
3. Plaats een nieuw oliefilter.
4. Vul de motor met ongeveer 3,8 liter SAE 15W-40
motorolie.
5. Start de motor en laat deze ongeveer twee minuten
stationair lopen.
6. Zet de motor af.
7. Tap alle brandstof goed af uit de brandstoftank, de
brandstofleidingen en het brandstoffilter/waterafschei-
der.
8. Spoel de brandstoftank om met verse, schone
dieselbrandstof.
9. Zet alle onderdelen van het brandstofsysteem weer
goed vast.
10. Zorg ervoor dat het luchtfilter grondig worden
gereinigd en een onderhoudsbeurt krijgt.
11. Plak de luchtfilterinlaat en de uitlaat af met
weerbestendige tape.
12. Controleer de antivriesbescherming en vul zoveel
antivries/koelvloeistof bij als nodig is met het oog op
de plaatselijk te verwachten minimumtemperatuur.
59