•
Controleer afdichtingen, slangen en pakkingen, die in
contact met brandstof komen, omdat zij in de loop der
tijd hierdoor kunnen worden aangetast.
•
De kans bestaat dat een brandstoffilter na verloop van
tijd verstopt raakt, nadat u bent overgestapt op een
biodieselmengel.
•
Neem contact op met een dealer voor meer informatie
over brandstoffen met een biodieselmengsel.
1. Maak de omgeving van de dop van de brandstoftank
schoon
(Figuur
39).
1. Dop van brandstoftank
2. Verwijder de dop van de brandstoftank.
3. Vul de tank tot aan de onderkant van de vulbuis.
Opmerking: Giet de brandstoftank niet te vol.
4. Plaats daarna de dop terug.
5. Neem gemorste brandstof op.
Het koelsysteem controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Verwijder dagelijks het vuil van de radiateur en de oliekoeler
(Figuur
40). Reinig de radiateur elk uur als de machine in zeer
stoffige en vuile omstandigheden wordt gebruikt; zie Het
koelsysteem reinigen.
Figuur 39
1. Inspectieluik
2. Radiateur
Het koelsysteem bevat een mengsel dat half uit water en half
uit permanente ethyleenglycol-antivries bestaat. Controleer
elke dag vóór het starten van de motor het koelvloeistofpeil.
De inhoud van het koelsysteem is ongeveer 5,7 liter.
VOORZICHTIG
Als de motor heeft gelopen, kan de hete
koelvloeistof, die onder druk staat, ontsnappen
indien de radiateurdop wordt verwijderd. Dit kan
brandwonden veroorzaken.
• Verwijder de radiateurdop nooit als de motor
loopt.
• Gebruik een doek als u de radiateurdop
verwijdert en draai de dop langzaam open om
de stoom te laten ontsnappen.
1. Controleer het koelvloeistofpeil in de expansietank
(Figuur
41).
1. Expansietank
30
Figuur 40
3. Oliekoeler
Figuur 41