Figuur 12
1. Rolbeugel
2. Montagebeugel
3. Ontluchtingsbuis
2. Bevestig de beide zijden van de rolbeugel aan de
montagebeugels met 2 flenskopbouten en borgmoeren
(Figuur
12). Draai de bevestigingen vast tot 81 N·m.
3. Bevestig de slang voor de brandstofleiding/ontluch-
tingsbuis aan de rolbeugel met de slangklem.
VOORZICHTIG
U moet de slang voor de brandstofleiding
aansluiten op de ontluchtingsbuis voordat u
de motor start, omdat er anders brandstof uit
de slang stroomt.
9
De hefarmen aan de voorzijde
monteren
Benodigde onderdelen voor deze stap:
2
Hefarmen
2
Draaistang
2
Bout (5/16 x 7/8 inch)
Procedure
1. Verwijder de 2 bouten waarmee de draaipuntkoppeling
van de hefarm aan de draaipunten is bevestigd en
verwijder maar bewaar de draaipuntkoppeling en de
bouten
(Figuur
13).
4. Slang voor brandstoflei-
ding/ontluchtingsbuis
5. Slangklem
1. Draaipuntkoppeling van
hefarm
2. Steek een draaistang in elke hefarm en lijn de
montageopeningen uit
1. Hefarm
3. Bevestig de draaistangen aan de hefarmen met 2
bouten (5/16 x 7/8 inch).
4. Bevestig de hefarmen op de draaipunten van de
hefarmen
(Figuur
koppeling en de bouten die u eerder hebt verwijderd.
Opmerking: Draai de bouten vast met een torsie van
95 N·m.
19
Figuur 13
2. Draaipunt van hefarm
(Figuur
14).
Figuur 14
2. Draaistang
15) en bevestig deze met de