•
Versnellingshandle
(1.
Fig. 13)
Het versnellingshandle bevindt zich voor de zitting op het midden van het
transmissiehuis. De vier voorwaartse- en één achteruit versnelling zijn in de
knop van het handle geslagen.
Het wordt samen gebruikt met het handle van de dubbele reductie; b.v. in
laag, 1, 2, 3 en 4, laag achteruit; in hoog, 5 (1), 6 (2) en 7 (3) en 8 (4) hoog
achteruit.
Handle van dubbele reductie (2. Fig. 13)
Dit handle bevindt zich voor de zitting op het transmissiehuis rechts van
het versnellingshandle. De hoge en lage gearing worden door een gegoten
"H" en "L" op het transmissiehuis aangegeven.
De gegoten ,,5" geeft de neutrale- of startpositie aan en alvorens te starten
moet het handle in deze stand gezet worden, zodat de startstroom gesloten
wordt. Lage of hoge gearing moet ingeschakeld worden, om de trekker te
doen rijden.
Koppelingspedaal (Fig. 14)
Op trekkers met enkele koppeling wordt het pedaal (fig. 7) gebruikt om de
versnelling van de motoraandrijving te ontkoppelen.
Op trekkers met dubbele koppeling heeft het pedaal twee standen (fig. 14):
de eerste stand, die bij het uitoefenen van een normale druk op het pedaal
bereikt wordt, ontkoppelt de versnelling; de tweede stand .chakelt de af tak-
as, hydraulische pomp en de versnelling uit. Een koppelingstop kan gemon-
teerd worden. Wanneer deze afgesteld is, is he.! niet mogelijk het koppelings- '
pedaal in de tweede stand te trappen.
Deze zal U ervan verzekeren, dat de hydraulische pomp niet uitgeschakeld
wordt, indien met een voorlader gewerkt wordt (fig. 15 en 16).
' . :.'
Belangrijk
De koppelingstop mag niet gemonteerd worden, indien met door de aftakas
aangedreven werktuigen gewerkt wordt, daar de aftakas dan niet uitge-
schakeld kan worden.
DIT KAN GEVAARLIJK ZIJN.
33